In dit gedeelte wordt beschreven hoe een afdruktaak vanaf een clientcomputer kan worden verzonden en op de documentserver kan worden opgeslagen.
Open het af te drukken document.
Selecteer [Afdrukken...] in het menu [Bestand].
Klik op [Takenlogboek] in het pop-upmenu.
Klik op [Document Server] in het pop-upmenu [Taaksoort:].
Voer bij [Gebruikers-ID:] een gebruikers-ID in van maximaal acht alfanumerieke tekens.
De hier ingevoerde gebruikers-ID wordt als "Gebruikersnaam" op het bedieningspaneel weergegeven.
U kunt het opgeslagen document een naam van maximaal 16 alfanumerieke tekens geven.
U kunt voor het opgeslagen document een wachtwoord van vier tot acht cijfers instellen.
Druk het document af met de afdrukfunctie in de toepassing waarin het document is opgesteld.
Raadpleeg Kopiƫren / Document Server voor details over het gebruik van de Document Server.