U kunt tekst en patronen toevoegen onder de afgedrukte tekst om ongeautoriseerde kopieën van het document te voorkomen. Voorkomen van onbevoegd kopiëren bestaat uit twee functies: Patroon vr voorkomen v onbev kopiëren en Gegevensbeveiliging voor kopiëren.
Ongeautoriseerde kopieerpreventie kan geconfigureerd worden in het printerstuurprogramma, Web Image Monitor of het bedieningspaneel van dit apparaat. Voor meer informatie over de instellingen die u via het bedieningspaneel kan configureren, raadpleegt u Ongeautoriseerde kopieerpreventie.
![]()
Het is mogelijk dat Voorkomen van onbevoegd kopiëren informatielekken niet in alle gevallen kan voorkomen.
Als Ongeautoriseerde kopieerpreventie in het bedieningspaneel van dit apparaat of in Web Image Monitor opgegeven is, zijn de tekst- en afbeeldingspatronen voor Ongeautoriseerde kopieerpreventie toegevoegd aan het afgedrukte document ongeacht de instellingen van het printerstuurprogramma.
Een document afdrukken met Patroon vr voorkomen v onbev kopiëren

Geef Patroon vr voorkomen v onbev kopiëren op in het printerstuurprogramma en druk vervolgens het document af.
De opgegeven tekst en patronen ter voorkoming van ongeautoriseerd kopiëren zijn aan het afgedrukte document toegevoegd.
Kopieer het afgedrukte document met een kopieerapparaat of MFP.
Het patroon voor het voorkomen van ongeautoriseerd kopiëren wordt zichtbaar op het gekopieerde document.
Een document afdrukken met Gegevensbeveiliging voor kopiëren

Geef Gegevensbeveiliging voor kopiëren op in het printerstuurprogramma en druk vervolgens het document af.
Het patroon en de tekst op de achtergrond ter voorkoming van ongeautoriseerd kopiëren zijn aan het afgedrukte document toegevoegd.
Kopieer het afgedrukte document met een kopieerapparaat of MFP waarop de optionele Kopieerbeveiligingeenheid is geïnstalleerd.
De afbeeldingen en tekst op het gekopieerde document worden geconverteerd in een grijze overdruk.
![]()
Als Ongeautoriseerde kopieerpreventie in het printerstuurprogramma is opgegeven en tegelijkertijd ook in Web Image Monitor en het bedieningspaneel van het apparaat, wijkt het gedrag van het apparaat af afhankelijk van de instelling "Instellingsprioriteit (Driver/Opdracht/App.)" die op het apparaat is geconfigureerd. De manier waarop het apparaat reageert op elke instelling, wordt als volgt geselecteerd:
Als [Driver/Opdracht] geselecteerd is, worden documenten afgedrukt met de instellingen die in het printerstuurprogramma zijn opgegeven.
Als [Driver/Opdr. (meeste instell.)] geselecteerd is, worden documenten afgedrukt met de instellingen van het achtergrondpatroon, de kleur en de dichtheid die via het bedieningspaneel van het apparaat zijn opgegeven. Voor andere instellingen worden de instellingen die in het printerstuurprogramma zijn geconfigureerd, toegepast op het afdrukken.
Als [Apparaatinstellingen] geselecteerd is, worden documenten afgedrukt met de instellingen die op het apparaat zijn geconfigureerd, ongeacht de instellingen in het printerstuurprogramma.