Dit deel legt uit hoe u een papierrol in de papierinvoerlocatie plaatst.
![]()
U kunt de papierrol niet gebruiken als die zich in een van de de volgende staten bevindt. Snij de rand van het papier af met een schaar voordat u het papier plaatst.
De voorrand is beschadigd

Er kleeft plakband, lijm of plaksel op

Het papier is gekreukt

De hoeken zijn gevouwen

Het papier krult weg van de papierrol

De rand is gedeukt

Het papier bevat gaten

Het papier is gescheurd

Als u de papierranden afknipt van een papierrol die in de papierinvoerlocatie is geplaatst, zorg er dan voor dat u niet in het stoffen gedeelte van de uitvoermand snijdt.
Til bij het verwijderen van papierrollen uit de papierinvoerlocaties de flenzen aan beide zijden van de papierrol omhoog voor het verwijderen. Til nooit slechts één kant omhoog. Dit kan schade aan het apparaat veroorzaken.

Bevestig de flens met alle aanpassingshendels van de papierrol open wanneer u een papierrol met een kern van 50,8 mm (2 inch) plaatst. Als u de aanpassingshendel van de papierrol sluit nadat u de papierrol aan de papierhouder hebt bevestigd, kan dit de papierrol beschadigen.
Wring de flens niet in de papierrol wanneer het einde van de papierrol niet uitgelijnd is met de papierkern of wanneer er een kleine hoeveelheid papier over blijft. Als de opstaande rand te strak tegen de papierrol wordt gewrongen, kan de papierrand kreuken of plooien.
Plaats de papierrol wanneer het apparaat is ingeschakeld.
Zorg ervoor dat de uitvoermand in basismodus is voordat u een papierrol plaatst. Zie de handleiding Snel aan de slag voor meer informatie.
U kunt de papierrol plaatsen in papierinvoerlocaties 1 en 2. Het plaatsen gebeurt in elke papierinvoerlocatie op dezelfde manier. In de volgende voorbeeldprocedure wordt de papierrol geplaatst in papierinvoerlocatie 1.
De papierrol is zwaar en moet door twee mensen worden gedragen.
Plaats de papierrol op een vlak oppervlak wanneer u de papierhouder vervangt op de andere papierrol.
De namen van de onderdelen van de papierhouder

Linkerflens
Spoel
Aanpassingshendels papierrol
Rechterflens
Vergrendelingshendel
Positie van de aanpassingshendels van de papierrol
Pas de aanpassingshendels van de papierrol aan aan de binnendiameter van de papierrol. Op elke flens bevinden zich drie aanpassingshendels van de papierrol. Zorg ervoor dat de zes hendels allemaal in dezelfde positie staan.
Als de kern van de papierrol 50,8 mm (2 inch) bedraagt, open dan de aanpassingshendels van de papierrol. Wanneer de kern van de papierrol 76,2 mm (3 inch) bedraagt, sluit dan de aanpassingshendels van de papierrol.

Wanneer de kern van de papierrol 50,8 mm (2 inch) bedraagt
Wanneer de kern van de papierrol 76,2 mm (3 inch) bedraagt
Richting van de papierrol
Controleer bij het plaatsen van de papierrol op de papierhouder en machine dat de rand van het papier van de bovenkant van de rol naar de voorkant wordt ingevoerd.

Rechterflens
Druk op de [Home]-knop aan de linker bovenkant van het bedieningspaneel en druk op het pictogram [Kopieerapparaat] of [Printer] op het [Home]-scherm.

Controleer of “Gereed” wordt weergegeven op het scherm.
Til het deksel van de papierinvoerlocatie op tot het klikt.

Verwijder de staaf voor de papierinvoerlocatie 1 en haak hem vast voor de uitvoermand.

Trek de staaf voor de papierinvoerlocatie 2 naar voren.

Wanneer de papierrol is geplaatst, drukt u gedurende één of meer seconden op de terugspoeltoets rechts van de papierinvoerlocatie.
Wanneer u de knop loslaat, wordt het papier automatisch teruggespoeld.
Als er geen papierrol is geplaatst, gaat u naar stap 13.

Zorg ervoor dat de rand van het papier uit de machine wordt gevoerd.
Als het papier niet naar buiten komt, druk dan minstens een seconde op de knop en laat hem los zodat het papier naar buiten wordt gevoerd.
Houd beide flenzen vast en plaats de papierrol op een vlakke plaats voor de lager.

Lager
Neem de flenzen opnieuw vast en verwijder het van de papierinvoerlocatie.
Plaats de papierrol op een vlak oppervlak.
Doe de vergrendelingshendel op de linkerflens naar omhoog.

Verwijder de linkerflens van de spoel.

Verwijder zowel de rechterflens als de spoel van de papierrol.

Pas de aanpassingshendels van de papierrol van beide flenzen aan in overeenstemming met de kern van de papierrol die u wilt plaatsen.
Voer de flens met de spoel in vanaf de rechterzijde van de papierrol tot hij de papierrol raakt.

Voer de spoel in de linkerflens.

Terwijl u de rechterflans met de hand vasthoudt, voert u de linkerflens in tot hij de papierrol raakt.
Breng de vergrendelingshendel op de linkerflens naar omlaag.

Plaats de papierrol op de vlakke plaats voor de lager.

Plaats de linker- en rechterrand van de as in de lager.
Draai de papierrol zodat de rand van het papier van de bovenkant van de rol naar de voorkant wordt ingevoerd.
Wanneer u een papierrol van 50,8 mm (2 inch) plaatst, zorg er dan voor dat de zes aanpassingshendels van de papierrol volledig open staan.

Als u een papierrol van 76,2 mm (3 inch) laadt, ga dan verder naar stap 21.
Houd de rand van het papier met uw handen onder het papier en voer het papier in zodat de rand van het papier over de geleiders achter de papierrol komt.

Papierrol
Geleiders
Zorg ervoor dat de u de rechter- en linkerzijde van de papierrol met beide handen vastneemt.

Voer de rand van het papier in onder de rollers van de papierinvoerspleet, draai de papierrol tot de rand van het papier automatisch binnenin de machine wordt getrokken.
Als u het papier correct plaatst, wordt de rand van het papier de machine ingetrokken en klinkt een geluidssignaal.

Roller
Vervang de staven van de uitvoermand.

Zodra u de staaf voor de papierinvoerlocatie 2 in de machine hebt geduwd (actie
in de afbeelding), tilt u de staaf van de uitvoermand naar en haakt u hem voor de papierrol (actie
in de afbeelding).
Laat het deksel van de papierinvoerlocatie neer.

Selecteer op het scherm of de rand van de papierrol wel of niet moet worden afgesneden.
Selecteer [Snijden] wanneer de rand van het papier handmatig wordt gesneden, zoals met een schaar, of wanneer het papier wegenst vocht is uitgezet.
Volg de instructies op het scherm en bepaal het papiertype en de dikte van de papierrol.
Druk op [Komt overeen] als het papiertype en de dikte van de geplaatste papierrol overeenstemt met wat het scherm weergeeft.
Als het papiertype en de dikte verschillend zijn van wat wordt weergegeven, druk dan op [Komt niet overeen]. Selecteer de juiste items in overeenstemming met het papiertype en de dikte die u wilt gebruiken, en druk vervolgens op [OK].
Zorg ervoor dat het formaat van de geplaatste papierrol correct wordt weergegeven op het scherm.
![]()
Wanneer [Film (mat)] is gespecificeerd voor Papiertype of wanneer Afscheuren van papier voorkomen is gespecificeerd, drukt u op [Afsluiten] op het scherm nadat u het deksel van de papierinvoerlocatie omlaag hebt gedaan. U kunt indien nodig de instelling voor Afscheuren van papier voorkomen wijzigen in Systeeminstellingen. Maar als u [Film (mat)] specificeert voor Papiertype, dan wordt de instelling Afscheuren van papier voorkomen automatisch geselecteerd en kunt u het niet wijzigen. Raadpleeg Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen voor meer informatie over Afscheuren van papier voorkomen.
Wanneer de instellingen in stap 26 voltooid zijn, trekt de machine het papier naar binnen en wordt het papier ongeveer een meter (40 inch) van de papieruitvoerlocatie uitgevoerd. Dan spoelt de machine het papier terug naar de voorgeschreven positie. Raak het uitvoerpapier niet aan tot de machine stopt met bewegen. Als u in stap 25 [Snijden] selecteert, dan wordt de rand van het papier afgesneden.
Als u een rol papier onder een hoek in de machine plaatst of als er een ruimte is tussen het paper en de flenzen, dan wordt het papier mogelijk niet in de machine getrokken. Als dat gebeurt, keer dan terug naar stap 2 en begin opnieuw.
Wanneer u twee papierrollen na elkaar in de papierinvoerlocaties 1 en 2 plaatst, zorg er dan voor dat de papiergrootte die u eerst plaatste correct wordt weergegeven op het scherm en plaats dan de andere papierrol in de andere papierinvoerlocatie.
Wanneer het [Paneel toetsgeluid] is uitgeschakeld, klinkt er geen geluid als u papier in de papierinvoerlocatie invoert. Raadpleeg Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen voor meer informatie over [Paneel toetsgeluid].
U kunt op voorhand instellen welke papiertypes u in de papierinvoerlade wilt plaatsen. Raadpleeg Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen voor meer informatie.
Raadpleeg Systeeminstellingen, Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen voor meer informatie over de instelling van de papierdikte en papiertypes.
Meer informatie over het opslaan van de papierrol vindt u in Papieropslag.