Het apparaat kiest automatisch een passend formaat kopieerpapier, gebaseerd op het gedetecteerde origineelformaat en de reproductiefactor die u selecteert.
![]()
Deze functie kunt u niet gebruiken met de handinvoerlocatie.
De volgende origineelformaten en -richtingen kunnen worden gebruikt met Autom.pap.sel(wanneer er wordt gekopieerd bij een ratio van 100%):
(voornamelijk in Europa)
A0
, A1![]()
, A2![]()
, A3![]()
, A4![]()
,B1 JIS
, B2 JIS![]()
, B3 JIS![]()
, B4 JIS![]()
![]()
Zorg ervoor dat [Aut. pap.selectie] is geselecteerd.

Plaats het origineel en begin met scannen.
![]()
Alleen papierinvoerlocaties die zijn ingesteld op [Niet weergeven] of [Gerecycl.pap.] in [Papiertype] en die daarnaast zijn ingesteld op [Ja] in [Autopapierselec. toepassen] onder [Instell. papierlade], kunnen worden geselecteerd in de modus Autom.pap.sel. Papierinvoerlocaties met de markering (
) zullen niet automatisch worden geselecteerd. Raadpleeg Het apparaat aansluiten/Systeeminstellingen voor meer informatie over deze instelling.
Als u van papiersoort verandert, duurt het misschien even voordat het kopiëren begint.
Als [Autom.pap.sel] is geselecteerd, duurt het kopiëren mogelijk iets langer omdat het apparaat het kopieerpapier selecteert nadat het origineel is gescand.
Als de papierinvoerlocaties papier bevatten dat niet geschikt is voor het formaat en de vergrotings-/verkleiningsratio die u hebt geselecteerd, laadt u papier van het vereiste formaat in de papierinvoerlocatie. U kunt ook een geschikte vergrotings-/verkleiningsratio kiezen voor het papier dat op dat moment in de papierinvoerlocaties is geplaatst. Daarna plaatst u het origineel opnieuw.