Vorige
Tijdens het kopiëren kunt u de instellingen voor de volgende kopieeropdracht opgeven.
U kunt tot acht taken vooraf instellen voor de kopieerfunctie en voor de functie Document Server. Als de huidige kopieeropdracht klaar is, start de volgende opdracht automatisch.
Druk op [Nieuwe taak] als het dialoogvenster “Kopiëren...” verschijnt.
Controleer of de melding “Gereed” wordt weergegeven en stel dan de volgende kopieeropdracht in.
Plaats de originelen.
Het origineel wordt automatisch in het apparaat ingevoerd en vervolgens gescand.
Wanneer de vooraf ingestelde opdracht klaar is, zal een dialoogvenster worden weergegeven ter bevestiging van de vooraf ingestelde opdracht.
Druk op [Afsluiten].
Zodra de huidige kopieeropdracht is voltooid, wordt de volgende kopieeropdracht automatisch gestart.
Als u een document afdrukt vanaf de Document Server, kunt u alleen taken vooraf instellen met functies die al in het document zijn ingesloten. Als u bijvoorbeeld een document afdrukt dat met de printerfunctie is ingesloten, kunt u geen taken vooraf instellen met de kopieerfunctie.
U kunt overschakelen naar de huidige kopieeropdracht door op het scherm op [Naar Kopieerscherm] te drukken. U kunt naar de vooraf ingestelde taak op het scherm overschakelen door op [Naar Reserv.scherm] te klikken.
Vooraf ingestelde kopieeropdrachten worden onder opdrachtnummers weergegeven in het reserveringsscherm.
U kunt de vooraf ingestelde kopieeropdrachten bevestigen en wissen. Raadpleeg "Handige functies" voor meer informatie over de procedures.
Als het origineelformaat dat in een vooraf ingestelde kopieeropdracht is opgegeven, hetzelfde is als dat van de actieve kopieertaak, is het aantal vellen dat gescand kan worden als volgt:
A0 (E): 100 vellen
A1 (D): 100 vellen
A2 (C): 200 vellen
A3 (B): 400 vellen
A4 (A): 400 vellen
Als uw originelen erg groot zijn, kunt u mogelijk geen acht vooraf ingestelde opdrachten opgeven.
