|
|
|
|
Zorg ervoor dat er 100% wordt weergegeven voor het beschikbare geheugen op het scherm voordat u de hoofdstroomschakelaar uitzet of de stekker uit het stopcontact trekt. Zie Het apparaat aan-/uitzetten
De gebieden rond de ventilatiegaten kunnen warm aanvoelen. Dit wordt veroorzaakt door uitlaatlucht en is geen defect.
Er kan zich condensatie vormen aan de binnenkant van het apparaat als het van een koude naar een warme ruimte wordt verplaatst. Laat de printer minstens twee uur ongebruikt staan nadat u deze heeft verplaatst. De printer heeft die tijd nodig om te wennen aan de nieuwe omgeving.
Zet de stroom niet uit als de printer bezig is.
Open de kleppen van de printer niet terwijl deze in werking is. Er kunnen anders papierstoringen optreden.
Verplaats of kantel de printer niet wanneer de stroom is ingeschakeld.
Schud de printer niet en druk er niet op tijdens de werking.
Tijdens het afdrukken kan er stoom ontsnappen uit de ventilatiegaten achter het bedieningspaneel, afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de vochtigheidsgraad. Dit is waterdamp van het papier en geen teken dat er zich een storing voordoet.
Ventilatie
Als u dit apparaat langdurig of veelvoudig in een gesloten ruimte gebruikt zonder goede ventilatie, bespeurt u misschien een rare lucht.
Hierdoor kan het uitgevoerde papier mogelijk ook raar gaan ruiken.
Als u een rare geur ruikt, dient u regelmatig te ventileren om de werkplek aangenaam te houden.
Stel het apparaat zo in dat het de lucht niet direct richting mensen blaast.
Ventilatie moet meer dan 30 m3/u/persoon zijn.
Geur van nieuw apparaat
Een nieuw apparaat ruikt mogelijk apart. Deze geur zal in ongeveer een week afnemen.
Als u een rare lucht bespeurt, dient u de ruimte te ventileren.