Instelling Normaal papier
Selecteer [Norm. pap. 1] of [Nrm. pap. 2], afhankelijk van het papiergewicht.
In [Systeeminstellingen], [Papierlade-instellingen] stelt u de “Papierdikte” in op [Norm. pap.], voor elk [Papiertype] van de lade moet u dan [Onderhoud], [Instelling normaal papier] selecteren en dan [Papiertype] of [Papiertype 2] aangeven, afhankelijk van de dikte van het geladen papier.
Selecteer [Norm. pap. 1] als het papiergewicht 60–74 g/m2 (16–20 lb. bankpost) is.
Selecteer [Norm. pap. 2] als het papiergewicht 75–81 g/m2 (20 lb. bankpost) is.
In [Papierlade-instellingen] kunt u voor het [Papiertype] voor elke lade de [Papierdikte] specificeren. Voor meer informatie over papierdikte, zie Ondersteund papier voor iedere invoerlade.
Standaardinstelling: [Normaal papier 2]
Waarschuwing van vervanging
Gebruik deze functie om de timer in te stellen die de gebruiker waarschuwt als onderdelen vervangen dienen te worden. De instellingen kunnen apart worden gedaan voor de fotoconductoreenheid, intermediaire transfereenheid en de fuseereenheid.
Zwarte fotogeleidereenheid
Eerder melden
Normaal
Later melden
Standaardinstelling: [Normaal]
Kleuren Fotogeleidereenheid
Standaardinstelling: [Normaal]
Tus.lig. transf.eenh.
Standaardinstelling: [Normaal]
Fuseereenheid
Standaardinstelling: [Normaal]
Eindoptie leveren
U kunt specificeren of u door wilt gaan met afdrukken nadat de volgende onderdelen de aanbevolen levensduur hebben overschreden.
Doorgaan met afdr.
Stoppen met afdr.
Standaard: [Doorgaan met afdr.]
Voor meer informatie over toegang tot het scherm [Onderhoud: Afbeelding], zie Weergave van de printerconfiguratie-schermen op het bedieningspaneel.