Koptekst overslaan
 

Een document opslaan met Mac OS X

1Nadat u een document hebt aangemaakt, opent u het scherm Afdrukvoorkeuren in de oorspronkelijke toepassing van het document.

Voor meer informatie over het weergeven van het scherm Afdrukvoorkeuren, zie Het scherm met afdrukvoorkeuren vanuit een toepassing weergeven.

2Selecteer [Takenlogboek] in het pop-upmenu.

3Voer bij "Gebruikers-ID:" een gebruikers-ID in van maximaal acht alfanumerieke tekens.

4Selecteer een taaksoort in het "Taaksoort:" pop-upmenu.

  • Selecteer [Testafdruk] om het document als een Testafdruk-bestand op te slaan.

  • Selecteer [Beveiligde afdruk] om het document als een Beveiligde afdruk-bestand op te slaan en voer het wachtwoord in in het veld "Wachtwoord:".

    Gebruik voor het wachtwoord vier tot acht cijfers.

  • Selecteer [Uitgestelde afdruk] om het document als een Uitgestelde afdruk-bestand op te slaan.

    U kunt het opgeslagen document een naam van maximaal 16 alfanumerieke tekens geven.

    Om een document op een bepaalde tijd af te drukken, vinkt u het selectievakje [Stel afdruktijd in] aan.

  • Er zijn twee opties beschikbaar bij het opslaan van een Opgeslagen afdruk-bestand:

    Selecteer [Opgeslagen afdruk] om het document in de printer op te slaan en het later met behulp van het bedieningspaneel af te drukken.

    Selecteer [Opslaan en Afdrukken] om het document tegelijkertijd op te slaan en af te drukken.

    U kunt het opgeslagen document een naam van maximaal 16 alfanumerieke tekens geven.

    U kunt voor het opgeslagen document een wachtwoord van vier tot acht cijfers instellen.

5Wijzig andere afdrukinstellingen indien nodig.

6Start de afdruktaak.

Opmerking

  • Het is mogelijk dat de printer een Uitgestelde afdruk-bestand niet op het opgegeven tijdstip afdrukt als er sprake is van één van de volgende omstandigheden:

    • Als de opgegeven afdruktijd dicht bij de tijd van de klok van de printer ligt, kan het afdrukken meteen beginnen.

    • Als u de printer uitzet, start het afdrukken niet, zelfs niet als het de opgegeven afdruktijd is. Om een document af te drukken waarvan de opgegeven tijd al is verstreken, stelt u [Taken niet afgedr. omdat app. uit was] in op [Aan] op het tabblad [Systeem] onder [Printereigenschappen]. Raadpleeg voor meer informatie Systeem.

    • Als er op het bedieningspaneel een foutmelding wordt weergegeven, wordt het afdrukken niet gestart, zelfs niet op de opgegeven afdruktijd is.