Wanneer een optionele finisher en de perforeereenheid geïnstalleerd zijn, kunnen gaatjes worden geperforeerd in de uitgevoerde afdrukken.
Configureer de instellingen voor de printeropties met behulp van het printerstuurprogramma als bidirectionele communicatie is uitgeschakeld. Zie de Installatiehandleiding stuurprogramma voor meer informatie.
Zorg ervoor dat het papierformaat en de afdrukrichting in het printerstuurprogramma zijn ingesteld wanneer u deze functie gebruikt.
Voor meer informatie over het papierformaat- en dikte dat geperforeerd kan worden, zie Ondersteund papier voor iedere uitvoerlade.
Perforeerposities kunnen per pagina iets van elkaar afwijken omdat ieder vel afzonderlijk wordt geperforeerd:
Het aantal gaten dat geperforeerd kan worden varieert per land.
Perforeerpositie
De opgegeven perforeerpositie is afhankelijk van de papierinvoerrichting en de afdrukrichting. De volgende tabel laat de perforeerposities zien:
(voornamelijk in Europa en Azië)
Papierrichting op de printer |
Richting van afdrukgegevens |
Perforatiepositie |
|
---|---|---|---|
2 en 4 gaten |
4 gaten |
||
Staand |
|||
Liggend |
|||
Staand |
|||
Liggend |
Voor informatie over het instellen van de afdrukfunctie dubbelzijdig afdrukken met behulp van het PCL 6-printerstuurprogramma of het printerstuurprogramma van PostScript 3 voor Windows, zie Afwerking.
Voor meer informatie over het instellen van de perforeerfunctie met het 5c/5e-printerstuurprogramma, zie Setup.
Voor meer informatie over het instellen van de perforeerfunctie met het PostScript 3-printerstuurprogramma, zie Printereigenschappen.