|
Probeer niet op geniete vellen, aluminiumfolie, carbonpapier of enig soort geleidend papier te drukken. Doet u dit wel, dan bestaat er kans op brand.
Om storingen te voorkomen, dient u geen van de volgende papiertypen te gebruiken:
Papier voor inkjet-printers
Thermisch faxpapier
Tekenpapier
Aluminiumfolie
Carbonpapier
Geleidend papier
Papier met perforatielijnen
Papier met dubbelgevouwen randen
Vensterenveloppen
Er kunnen storingen optreden als u afdrukt op vellen waarop reeds is afgedrukt. Zorg dat u alleen afdrukt op onbedrukte kanten van het papier.
Bepaalde types van OHP-transparanten voor afdrukken in kleuren kunnen niet worden gebruikt. Voor meer informatie over de soorten die gebruikt kunnen worden, dient u contact op te nemen met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.
Om papierstoringen te voorkomen, dient u de volgende papiertypen niet te gebruiken:
Gegolfd, gevouwen of gekreukeld papier
Geperforeerd papier
Te glad papier
Gescheurd papier
Grof papier
Dun papier dat niet stevig genoeg is
Papier met een stoffig oppervlak
Zelfs ondersteunde papiertypen kunnen papierstoringen of defecten veroorzaken als het papier niet in goede conditie is. (vellen kunnen vastlopen als ze niet juist zijn bewaard).
Als u afdrukt op papier met een grove structuur, kan de afdruk wazig worden.
Plaats geen vellen die reeds bedrukt zijn door een andere printer.