Koptekst overslaan
 

Printereigenschappen

1Nadat u een document hebt aangemaakt, opent u het scherm Afdrukvoorkeuren in de oorspronkelijke toepassing van het document.

Voor meer informatie over het weergeven van het scherm Afdrukvoorkeuren, zie Het scherm met afdrukvoorkeuren vanuit een toepassing weergeven.

2Selecteer [Printereigenschappen] in het pop-upmenu.

3In het menu "Feature Sets:" selecteert u de juiste set eigenschappen om de items die ingesteld moeten worden weer te geven.

4Stel de handige afdrukfuncties in.

  • Om de tonerbesparingsfunctie in te stellen, selecteert u een tonerbesparingsmodus in het "Afdrukmodus:" pop-upmenu.

    Selecteer [Uit] bij het printen van documenten die afbeeldingen bevatten zoals foto's met fijne kleurschakeringen.

    Selecteer [Randen bijwerken] om de printkwaliteit van tekst en grafieken te verbeteren door de puntige buitenranden vloeiend te maken.

    Selecteer [Toner besparen 1] om het verbruik van toner te verminderen tijdens het printen.

    Om het verbruik van toner verder te verlagen, selecteert u [Toner besparen 2]. De afdruk wordt hierdoor lichter, maar de duur van de tonercartridge wordt verlengd.

  • Om de nietfunctie in te stellen, selecteert u de uitvoerlade om de afgedrukte pagina's af te leveren in het "Bestemming:" pop-upmenu. Selecteer daarna de nietpositie in het "Nieten:" pop-upmenu.

  • Om de perforeerfunctie in te stellen, selecteert u de uitvoerlade om de afgedrukte pagina's af te leveren in het "Bestemming:" pop-upmenu. Selecteer daarna de positie van het perforatiegat in het "Perforeren:" pop-up menu.

  • Om de watermerkfunctie in te stellen, selecteert u een watermerk in het "Watermerk:" pop-upmenu.

    In de "Watermerk tekst:", "Watermerk Lettertype:", "Watermerk Grootte:", "Watermerk Hoek:" en "Watermerk Stijl:" pop-upmenu's, selecteert u de gewenste tekst, lettertype, grootte, hoek en stijl van het watermerk.

  • Om de scheidingpaginafunctie in te stellen, selecteert u [Aan] in het "Scheidingspagina:" pop-upmenu.

    Selecteer in de "Invoerlade scheidingspagina:" en "Papiertype scheidingspagina:" pop-upmenu's, de uitvoerlade en het papiertype die gebruikt moeten worden voor het afdrukken van scheidingspagina's.

5Wijzig andere afdrukinstellingen indien nodig.

6Start de afdruktaak.

Andere instellingsitems in [Printereigenschappen]

De volgende instellingsitems zijn beschikbaar naast de handige afdrukfuncties:

Instellingsitem

Beschrijving

Aanpassen aan papier:

Het document wordt automatische verkleind of vergroot zodat het op het geselecteerde papierformaat past.

  • Gebruiker vragen

    Er wordt niet gevraagd of het documentformaat juist is. De afdruktaak wordt afgedrukt met de huidige instellingen.

  • Dichtstbijzijnde formaat en schalen

    Als het papierformaat kleiner is dan het geselecteerde papierformaat, verkleint het printerstuurprogramma het afdrukformaat.

    Als het papierformaat groter is dan het geselecteerde papierformaat, dan wordt de afdruktaak niet aangepast aan het papierformaat.

  • Dichtstbijzijnde formaat en bijsnijden

    Het afdrukken wordt uitgevoerd, ongeacht eventuele verschillen tussen het geselecteerde en het werkelijke papierformaat. De afdruktaak wordt echter niet aan het papierformaat aangepast.

Dithering:

Hiermee selecteert u een ditheringpatroon dat geschikt is voor het af te drukken document.

  • Automatisch

    Hiermee wordt automatisch de beste ditheringmethode geselecteerd afhankelijk van het af te drukken document.

  • Fotografisch

    Hiermee wordt dithering uitgevoerd aan de hand van een patroon dat geschikt is voor foto's.

  • Tekst

    Hiermee wordt dithering uitgevoerd aan de hand van een patroon dat geschikt is voor tekst.

  • Gebruikersinstelling

    Selecteer deze instelling als u afbeeldingen die u hebt gedownload vanuit uw programma in halftone wilt afdrukken.

Gladstrijken afbeelding:

Selecteer deze instelling als u wel of niet afbeeldingen vloeiend wilt maken of geef de resolutiedrempelwaarde voor het vloeiend maken op.

180 graden draaien:

Hier kunt u instellen of u een afbeelding wel of niet 180 graden wilt draaien tijdens het afdrukken.

Gewijzigde afdrukrichting:

Hiermee kunt u de afdrukrichting van het papier instellen, omdat in sommige programma's de afdrukrichting niet kan worden opgegeven. Als de gegevens op de afgedrukte pagina in een ongewenste richting zijn gedraaid, dan kunt u deze instelling gebruiken om de afdrukrichting op te geven.

Papiersoort:

Selecteer de papiersoort die u wilt gebruiken.

Bestemming:

Hiermee selecteert u de uitvoerlade waar het afgedrukte papier wordt afgeleverd.

Opmerking