![]()
Houd de ventilatiegaten vrij en plaats geen objecten vlakbij of voor de ventilatiegaten. Indien de printer oververhit raakt, kan er een storing plaatsvinden.
Aanzicht vanaf de voor- en rechterkant

Standaard uitvoerlade
Hier worden afgedrukte pagina's uitgevoerd.
Paneel rechtsboven
Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen.
Verlengstuk van de handinvoer
Wanneer u papier groter dan A4 laadt
, trek het verlengstuk van de handinvoerlade naar buiten.
Handinvoer
U kunt tot 100 vellen normaal papier plaatsen.
Rechter paneel (duplexeenheid)
Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen of om de onderhoudskit B (de fuseereenheid en de transfereenheid) te vervangen.
Handvat
Trek dit handvat naar buiten als u de printer optilt.
Lade 1, lade 2
U kunt tot 550 vel normaal papier in elke lade plaatsen.
Aan-/uitschakelaar
Gebruik deze schakelaar om de printer in en uit te schakelen.
Voer de uitschakelingsprocedure uit voor u de stroom uitschakelt. Voor informatie over het uitschakelen van de printer, zie Het apparaat uitzetten.
Voorpaneel
Open deze klep om de toner of de onderhoudskit A (de ontwikkeleenheid) te vervangen.
Bedieningspaneel
Zie Namen en functies van het bedieningspaneel van de printer.
Verlengstuk
Trek het verlengstuk uit wanneer u op papier groter dan A3
afdrukt.
Aanzicht vanaf de achter- en linkerkant

Optionele interfacekaartsleuf
Optionele interfacekaarten kunnen worden geplaatst.
Plaats een optionele gigabit ethernetkaart, een draadloze LAN-interfacekaart of een IEEE 1284 interfacekaart.
USB-poort A
Sluit externe apparaten, zoals een apparaat voor kaartverificatie, op de printer aan.
USB-poort B
Sluit de printer met behulp van een USB-kabel aan op de computer.
Controllerkaart
Schuif deze uit om de harde schijf of de SDRAM-module te installeren.
Voeding
Verbind het netsnoer met de printer. Steek het andere uiteinde van de kabel in het stopcontact.
Sleuven voor geheugenkaarten
Verwijder het paneel en plaats de SD-kaarten.
Ethernetpoort
Gebruik een netwerkinterfacekabel om de printer op een netwerk aan te sluiten.
Handvat
Houd dit handvat vast wanneer u de controllerkaart eruit trekt.
Binnenkant

Fuseereenheid
Vervang de fuseereenheid wanneer de volgende melding wordt weergegeven:
“Onderhoudskit B moet nu vervangen worden. Vervang Onderhoudskit B. ”
De fuseereenheid is inbegrepen in Onderhoudskit B.
Transfereenheid
Vervang de transfereenheid wanneer de volgende melding verschijnt:
“Onderhoudskit B moet nu vervangen worden. Vervang Onderhoudskit B. ”
De transfereenheid is inbegrepen in Onderhoudskit B.
Ontwikkeleenheid
Vervang de ontwikkeleenheid wanneer de volgende melding wordt weergegeven:
“Onderhoudskit A moet nu vervangen worden. Vervang Onderhoudskit A. ”
De ontwikkeleenheid is inbegrepen in Onderhoudskit A.
Toner
Vervang de toner wanneer de volgende melding wordt weergegeven:
“
Geen toner. Vervang tonercartridge. ”