Volg de onderstaande procedure om de koppen op de normale wijze te reinigen. Reinig de koppen wanneer een bepaalde kleur niet kan worden afgedrukt of wanneer afdrukken vaag zijn. Met het reinigen van de koppen wordt inkt verbruikt.
Wanneer de inktcartridge leeg is, dient u deze te vervangen in plaats van de printerkoppen schoon te maken. Nadat een inktcartridge is vervangen, worden de koppen automatisch schoongemaakt.
![]()
Zet het apparaat niet uit tijdens het schoonmaken van de printerkoppen. Als de printer tijdens het reinigen van de printkoppen wordt uitgeschakeld, begint u opnieuw.
Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].
Druk op [Log-in].
Voer het log-inwachtwoord in en druk vervolgens op de knop [OK].
Druk op [
] of [
] om [Onderhoud] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.
Druk op [
] of [
] om [Printerkoppen schoonmaken] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.
Druk op [
] of [
] om de printkop van de juiste kleur te selecteren.
Kies een item door op [
] te drukken en druk vervolgens op de [OK]-knop.
Als u alle printerkoppen wilt schoonmaken, selecteert u [Alle koppen].
Als u de printerkop voor zwart en cyaan wilt schoonmaken, selecteert u [Kop 1].
Als u de printerkop voor geel en magenta wilt schoonmaken, selecteert u [Kop 2].
Druk op [Ja].
Het schoonmaken van de koppen begint.
Druk op [Afsluiten].
Druk op de [Escape]-knop.