Koptekst overslaan
 

Faxen doorzenden

Geef op of u ontvangen faxberichten wel of niet naar een geregistreerde ontvanger wilt doorzenden.

1Druk op de knop [Gebr.instel.].

2Druk op [Log-in].

3Voer het log-inwachtwoord in en druk vervolgens op de knop [OK].

4Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om [Faxeigensch.] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop.

5Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om [Beheerderstoepassingen] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.

6Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om [Doorzenden] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.

7Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om [Aan(afdrukken)] of [Aan(niet afdrukken)] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.

  • [Aan(afdrukken)]: Het apparaat verwijdert de faxberichten nadat ze doorgestuurd en afgedrukt zijn.

  • [Aan(niet afdrukken)]: De faxberichten worden doorgestuurd.

8Geef via het adresboek de bestemming op van degene naar wie de faxberichten moeten worden doorgestuurd.

Verwijzing