In dit onderdeel worden de instellingen beschreven die u kunt configureren in de eigenschappen van het LAN-faxstuurprogramma.

Papierformaat
Geeft het papierformaat aan van het document dat u verzendt. Als er een papierformaat is opgegeven in de toepassing, zal dat papierformaat worden gebruikt. In andere gevallen zal het papierformaat dat hier wordt opgegeven, worden gebruikt.
Afdrukrichting
Geeft een paginarichting op.
Tray:
Hiermee wordt een lade opgegeven voor het afdrukken van ontvangen faxen.
Automatische selectie
Het formaat van de afdrukken wordt automatisch geselecteerd en komt overeen met het formaat van het document.
Resolutie:
Stelt resoluties in.
Standaard
Selecteer deze optie voor een document met tekens van normale grootte.
Detail
Selecteer deze optie voor een document met kleine letters.
Fijn
Selecteer deze instelling als u een hoge afbeeldingskwaliteit wilt.
Standaarden herstellen
Zet de instellingen terug naar hun standaardwaarden.
Edit Address Book
Klik hierop om het dialoogvenster [Edit Address Book] te openen.
Info...
Geeft de versie van het LAN-faxstuurprogramma weer.
Knoppen
OK
Klik hierop om de instellingen op te slaan en dit dialoogvenster te sluiten.
Annuleren
Klik hierop om dit dialoogvenster te sluiten zonder de wijzigingen op te slaan.
Help
Klik hierop om Help weer te geven.
![]()
De instellingen die hier kunnen worden geconfigureerd, zijn uitsluitend van toepassing op de huidige toepassing.