In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de afbeeldingsbelichting voor de huidige taak aanpast.
Er zijn vijf afbeeldingsbelichtingsniveaus. Hoe hoger het belichtingsniveau, hoe donkerder de gescande afbeelding.
Druk op de [Scanner]-knop.
Druk op de [Belichting]-knop.

Druk op [Lichter] of [Donkerd.] om het gewenste belichtingsniveau te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop.
![]()
Het is mogelijk de standaardinstelling [Achtergr.bel v autom. bel] van het apparaat in [Scannereigenschappen] te wijzigen zodat scangegevens altijd met een bepaald belichtingsniveau worden aangemaakt. Raadpleeg voor meer informatie Scannereigenschappen
.