Koptekst overslaan
 

Het verbindingstype voor het telefoonnetwerk selecteren

Selecteer het type verbinding van het telefoonnetwerk.

Er zijn twee typen: PSTN (het openbare telefoonnetwerk) en PBX (intern telefoonnetwerk). Als uw apparaat is aangesloten via een PBX, geeft u de instelling [Lijn] op. Als deze rechtstreeks op het telefoonnetwerk (PSTN) is aangesloten, geeft u de instelling [Buitenlijn] op.

1Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].

2Druk op [Log-in].

3Voer het log-inwachtwoord in en druk vervolgens op de knop [OK].

4Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om [Faxeigensch.] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop.

5Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om [Beheerderstoepassingen] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.

6Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om [G3-lijn analoog] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.

7Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om [Lijn/Buitenlijn] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.

8Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om [Lijn] of [Buitenlijn] weer te geven en druk op [OK].

9Druk op de [Escape]-knop.