Koptekst overslaan
 

Het apparaat aansluiten

Belangrijk

  • Zet het apparaat pas aan als u hebt gelezen hoe u dit moet doen.

    afbeelding van apparaatbehuizing

1Zorg dat het apparaat is uitgeschakeld.

2Zet de computer aan.

Sluit alle toepassingen die momenteel worden uitgevoerd.

Als de wizard "Nieuwe hardware toevoegen" wordt weergegeven, klikt u op [Annuleren] en zet u het apparaat uit.

3Open het ADF-paneel.

afbeelding van apparaatbehuizing

4Open het klepje van de poort.

afbeelding van apparaatbehuizing

5Verwijder het zegel van de USB-poort, sluit de zeskantige plug van de USB-kabel (type B) aan op de poort en druk deze stevig aan.

illustratie USB-poort

6Sluit het klepje van de poort.

7Plaats de rechthoekige connector (type A) van de USB-kabel stevig in de USB-ingang van de computer.

8Sluit de klep van de ADF en druk deze stevig omlaag tot deze vastklikt.

Opmerking

  • Controleer de vorm en de richting van de connector van de USB-kabel en duw deze goed in de ingang.