Als u SmartDeviceMonitor for Admin gebruikt, kunt u de adresboekgegevens van het apparaat als CSV-bestand kopiëren naar een computer. Dit bestand kan vervolgens worden gebruikt als bestemmingslijst voor LAN-fax, en kan ook op het apparaat worden geïnstalleerd met [Adres beheer Tool]. In dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u het adresboek kunt gebruiken voor LAN-fax.
Als u deze functie wilt gebruiken, moet u eerst SmartDeviceMonitor for Admin downloaden vanaf de website van de leverancier en installeren op uw computer. Neem contact op met uw dealer voor informatie over het downloaden van SmartDeviceMonitor for Admin.
Het adresboek van het apparaat kopiëren naar een computer
Zie de Help-functie van SmartDeviceMonitor for Admin voor meer informatie over de bewerkingsstappen.
Start SmartDeviceMonitor for Admin
Als apparaatnamen niet in de lijst worden weergegeven:
Als de lijst geen gegevens bevat, selecteert u [Instellingen Zoeken/Controleren] in het menu [Gezochte apparaatlijst] en geeft u het bereik van IP-adressen op. Als het bereik van IP-adressen bijvoorbeeld 192.168.0.1–192.168.0.25 is, vinkt u het vakje [Adres opgeven] aan en geeft u vervolgens "192.168.0.1" op in het vak [Van] en "192.168.0.25" in het vak [Tot]. Klik op [Toev.] en vervolgens op [OK].
Als het IP-adres van het apparaat nog steeds niet in de lijst verschijnt, controleer dan de instellingen van mogelijk geïnstalleerde beveiligingstoepassingen, aangezien deze instellingen mogelijk zorgen voor het niet weergeven van het IP-adres.
U kunt het IP-adres van het apparaat op het bedieningspaneel controleren via "Apparaat IPv4-adres" in het menu [Systeeminstellingen]. Zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen voor meer informatie.
Selecteer het model van uw apparaat en klik op [Adres beheer Tool] in het menu [Extra].
Geef in het dialoogvenster [Voer Authentificatie informatie in], geef de gebruikersnaam en -wachtwoord op en klik vervolgens op [OK].
Neem contact op met uw beheerder voor informatie over de gebruikersnaam en het wachtwoord.
Klik in het dialoogvenster [Adres beheer Tool] op [Gegevens exporteren] in het menu [Bestand].
Als de mededeling “De wachtwoordinformatie kan op geen enkel apparaat worden hergebruikt.” verschijnt, klikt u op [OK].
Selecteer waar het bestand moet worden opgeslagen en klik vervolgens op [Opslaan].
De volgende drie bestanden worden opgeslagen:
"Apparaatmodel_adr.csv"
"Apparaatmodel_faxinfo.csv"
"Apparaatmodel_taginfo.csv"
"Apparaatmodel_adr.csv" wordt gebruikt als adresboekbestand.
Sluit het dialoogvenster [Adres beheer Tool] en sluit vervolgens SmartDeviceMonitor for Admin.
Het op de computer opgeslagen adresboek gebruiken voor LAN-fax
Voordat u de volgende procedure uitvoert, opent u een bestaand document dat u wilt verzenden en start u het LAN-faxstuurprogramma.
Zie de Help-functie van het LAN-faxstuurprogramma voor meer informatie over de bewerkingsstappen.
Klik op het tabblad [Adresboek].
Klik op [Bladeren...].
Selecteer het adresboekbestand en klik vervolgens op [Openen].
Selecteer "Apparaatmodel_adr.csv".
Geef de bestemming op.
![]()
Wanneer bestemmingen die in dit apparaat als groepen zijn opgeslagen worden ingevoegd in het adresboek, dan worden de afzonderlijke bestemmingen vastgesteld in de volgende volgorde (controleer eerst voordat u invoegt en de volgorde wijzigt): IP-faxbestemming
Faxnummer
E-mailadres
Sommige apparaatmodellen kunnen mogelijk niet worden gebruikt voor het bijwerken van het adresboek met CSV-bestanden met gebruikerscodes (gevonden via SmartDeviceMonitor for Admin).