Koptekst overslaan
 

Wekelijkse instellingen

1Druk op [Wekelijkse instellingen].

2Selecteer de dag van de week die u wilt registreren.

3Druk op [Wijzigen] rechts van het item dat u wilt opgeven.

Schermafbeelding bedieningspaneel

4Druk op [Schakeltijd].

5Voer de tijd voor het wijzigen van de uitvoermodus in en druk vervolgens op [Scherp].

Regio A pictogram(voornamelijk in Europa en Aziƫ)

Voer met de cijfertoetsen de tijd voor het wijzigen van de uitvoermodus in.

6Druk op [OK].

7Druk op [Uitvoermodus].

8Selecteer [Afdrukken], [Stand-by voor afdrukken], [Afdr. met ID vereist], [Doorsturen] of [Opslaan].

9Als u [Doorsturen] selecteert, configureert u de instellingen in "Doorstuurbestemming".

Druk op [Doorstuurbestemming].

  • Specificeer bestemming

    Druk op [Specificeer bestemming], geef een eindontvanger op via de lijst met bestemmingen en druk op [OK].

  • Beveiliging

    Druk op [Beveiliging].

    Om e-mailberichten te coderen, drukt u op [Codering].

    Om een handtekening toe te voegen aan een e-mailbericht, drukt u op [Handtekening].

    Als u de instellingen hebt geconfigureerd, drukt u op [OK].

  • Afdrukdoorstuurteken

    Als u een markering wilt afdrukken die aangeeft dat het document is doorgestuurd, drukt u op [Afdrukdoorstuurteken] om het te markeren.

Druk op [OK].

10Als u [Opslaan] selecteert, geeft u de bestemming voor de e-mail met het ontvangstrapport op in "Opslaan: Meldingsbestemming".

Druk op [Opslaan: Meldingsbestemming] en vervolgens op [Melden].

  • Bestem. om te inform.

    Druk op [Bestem. om te inform.], selecteer een e-mailadres in de lijst met geregistreerde bestemmingen in het adresboek en druk op [OK].

  • Beveiliging

    Druk op [Beveiliging].

    Om e-mailberichten te coderen, drukt u op [Codering].

    Om een handtekening toe te voegen aan een e-mailbericht, drukt u op [Handtekening].

    Als u de instellingen hebt geconfigureerd, drukt u op [OK].

Druk op [OK].

11Druk twee keer op [OK].

12Druk twee keer op [Afsluiten].