Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.
Druk op [Adresboekmanagement].
Druk op [Wijzigen].
Selecteer het item dat u wilt weergeven bij [Alle gebruik.], [Gebruik.code], [Faxbestemm.], [E-mail] en [Map].
Selecteer de naam van de map die u wilt registreren.
U kunt zoeken op basis van geregistreerde naam, gebruikerscode, faxnummer, mapnaam, e-mailadres of IP-faxbestemming.
Druk op [Map].
Druk op [FTP].

Druk onder Pad op [Invoeren].
Druk op [Invoeren] onder "Servernaam".
Voer de servernaam in en druk vervolgens op [OK].
Druk onder Pad op [Invoeren].
Typ het nieuwe pad en druk vervolgens op [OK].
U kunt een absoluut pad invoeren met deze indeling: "/gebruiker/home/gebruikersnaam"; of een relatief pad met deze indeling: "directory/subdirectory".
Indien u het pad leeg laat, wordt aangenomen dat de login-directory de huidige werkende directory is.
U kunt ook een IPv4-adres invoeren.
U kunt het pad invoeren met maximaal 256 tekens.
Om het poortnummer te wijzigen, drukt u op [Poortnummer].
Voer het poortnummer in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op de [
]-toets.
U kunt 1 tot 65535 invoeren.
Druk op [OK].
Druk op [Verbindingstest] om te controleren of het pad goed is ingesteld.
Druk op [Afsluiten].
Als de verbindingstest mislukt, controleer dan de instellingen en probeer het opnieuw.
Druk twee keer op [OK].
Druk op [Verif. info].

Druk op [Mapverificatie].
Druk op [Spec. and. ver.info.].
Wanneer [Niet specificeren] wordt geselecteerd, zijn de FTP-gebruikersnaam en het FTP-wachtwoord die u heeft opgegeven in "[Standaard gebr.naam/wachtw. (verzenden)]" van de instellingen voor Bestand doorzenden van toepassing. Raadpleeg voor meer informatie Best.overdracht.
Druk op [Wijzigen] onder "Log-in gebruikersnaam".
Voer de log-in gebruikersnaam in en klik vervolgens op [OK].
Druk op [Wijzigen] onder "Log-in wachtwoord".
Voer het wachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
Voer het wachtwoord opnieuw in ter bevestiging en druk vervolgens op [OK].
Druk op [OK].
Druk op [Afsluiten].
Druk op [OK].
Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.
![]()
Om de naam te registreren, zie Gebruikersinformatie registreren.
U kunt maximaal 64 tekens invoeren voor de gebruikersnaam en het wachtwoord.
U kunt een servernaam invoeren met maximaal 64 tekens.
Als gebruikersverificatie is opgegeven, neem dan contact op met uw beheerder.
Voor meer informatie over toegang tot de Systeeminstellingen, zie Gebruikersinstellingen openen.