Koptekst overslaan
 

Een FTP-map registreren

1Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.

2Druk op [Adresboekmanagement].

3Druk op [Wijzigen].

4Selecteer het item dat u wilt weergeven bij [Alle gebruik.], [Gebruik.code], [Faxbestemm.], [E-mail] en [Map].

5Selecteer de naam van de map die u wilt registreren.

U kunt zoeken op basis van geregistreerde naam, gebruikerscode, faxnummer, mapnaam, e-mailadres of IP-faxbestemming.

6Druk op [Map].

7Druk op [FTP].

Schermafbeelding bedieningspaneel

8Druk onder Pad op [Invoeren].

9Druk op [Invoeren] onder "Servernaam".

10Voer de servernaam in en druk vervolgens op [OK].

11Druk onder Pad op [Invoeren].

12Typ het nieuwe pad en druk vervolgens op [OK].

U kunt een absoluut pad invoeren met deze indeling: "/gebruiker/home/gebruikersnaam"; of een relatief pad met deze indeling: "directory/subdirectory".

Indien u het pad leeg laat, wordt aangenomen dat de login-directory de huidige werkende directory is.

U kunt ook een IPv4-adres invoeren.

U kunt het pad invoeren met maximaal 256 tekens.

13Om het poortnummer te wijzigen, drukt u op [Poortnummer].

14Voer het poortnummer in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op de [hekje]-toets.

U kunt 1 tot 65535 invoeren.

15Druk op [OK].

16Druk op [Verbindingstest] om te controleren of het pad goed is ingesteld.

17Druk op [Afsluiten].

Als de verbindingstest mislukt, controleer dan de instellingen en probeer het opnieuw.

18Druk twee keer op [OK].

19Druk op [Verif. info].

Schermafbeelding bedieningspaneel

20Druk op [Mapverificatie].

21Druk op [Spec. and. ver.info.].

Wanneer [Niet specificeren] wordt geselecteerd, zijn de FTP-gebruikersnaam en het FTP-wachtwoord die u heeft opgegeven in "[Standaard gebr.naam/wachtw. (verzenden)]" van de instellingen voor Bestand doorzenden van toepassing. Raadpleeg voor meer informatie Best.overdracht.

22Druk op [Wijzigen] onder "Log-in gebruikersnaam".

23Voer de log-in gebruikersnaam in en klik vervolgens op [OK].

24Druk op [Wijzigen] onder "Log-in wachtwoord".

25Voer het wachtwoord in en klik vervolgens op [OK].

26Voer het wachtwoord opnieuw in ter bevestiging en druk vervolgens op [OK].

27Druk op [OK].

28Druk op [Afsluiten].

29Druk op [OK].

30Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.

Opmerking

  • Om de naam te registreren, zie Gebruikersinformatie registreren.

  • U kunt maximaal 64 tekens invoeren voor de gebruikersnaam en het wachtwoord.

  • U kunt een servernaam invoeren met maximaal 64 tekens.

  • Als gebruikersverificatie is opgegeven, neem dan contact op met uw beheerder.

  • Voor meer informatie over toegang tot de Systeeminstellingen, zie Gebruikersinstellingen openen.