Koptekst overslaan
 

Pure IP in de NetWare-omgeving gebruiken

Volg de onderstaande procedure om dit apparaat als afdrukserver te verbinden in een pure IP-omgeving met NetWare.

Belangrijk

  • Als u een afdrukserver met wachtrij wilt aanmaken in een pure IP-omgeving met NetWare, moet u met NetWare Administrator een afdrukserver aanmaken op de bestandsserver.

  • Dit apparaat is niet beschikbaar als een externe printer voor gebruik in een pure IP-omgeving.

  • Als u het apparaat wilt gebruiken in een pure IP-omgeving, moet u deze instellen op IPv4.

De printer instellen met NWadmin

1Start NWadmin op vanuit Windows.

Meer informatie over NWadmin kunt u vinden in de NetWare-handleidingen.

2Selecteer het object in de mapstructuur waarin de wachtrij zich bevindt en klik op [Nieuw] in het menu [Object].

3Klik in het vak [Nieuwe objectklasse] op [Afdrukwachtrij] en klik op [OK].

4Voer bij [Afdrukwachtrij] de naam in van de afdrukwachtrij.

5Klik bij [Volume afdrukwachtrij] op [Bladeren].

6Klik bij [Beschikbare objecten] op het volume waarin de afdrukwachtrij is gemaakt en klik op [OK].

7Controleer de instellingen en klik op [Nieuw].

8Selecteer het object in de mapstructuur waarin de printer zich bevindt en klik op [Nieuw] in het menu [Object].

9Klik in het vak [Nieuwe objectklasse] op [Printer] en klik op [OK].

10Voer in het vak [Printernaam] de printernaam in.

11Vink het selectievakje [Extra eigenschappen opgeven] aan en klik op [Nieuw].

12Klik op [Toewijzingen] en klik op [Toevoegen] bij [Toewijzingen].

13Klik bij [Beschikbare objecten] op de nieuwe afdrukwachtrij en klik op [OK].

14Klik op [Configuratie], klik op [Parallel] in de lijst [Printertype] en klik op [Communicatie].

15Klik op [Handmatig laden] bij [Communicatietype] en klik op [OK].

16Controleer de instellingen en klik op [OK].

17Selecteer een context die is opgegeven en klik op [Aanmaken] in het menu [Object].

18Klik in het vak [Nieuwe objectgroep] op [Afdrukserver] en klik op [OK].

19Voer in het vak [Naam afdrukserver] de naam van de afdrukserver in.

Gebruik dezelfde naam voor de afdrukserver als de naam die is opgegeven met Web Image Monitor.

20Vink het selectievakje [Extra eigenschappen opgeven] aan en klik op [Nieuw].

21Klik op [Toewijzingen] en klik op [Toevoegen] bij [Toewijzingen].

22Klik bij [Beschikbare objecten] op de nieuwe afdrukwachtrij en klik op [OK].

23Controleer de instellingen en klik op [OK].

24Start de afdrukserver door vanaf de console van de NetWare-server de volgende opdracht te typen.

Als de afdrukserver in bedrijf is, sluit u de server af en start u deze opnieuw.

Om af te sluiten

CAREE: unload pserver

Om te starten

CAREE: load pserver [print server name]

Installatie via Web Image Monitor

1Start Web Image Monitor op.

2Klik op [Inloggen].

Er wordt een dialoogvenster weergegeven voor het invoeren van de gebruikersnaam en het wachtwoord.

3Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord op en klik op [Inloggen].

Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor meer informatie over uw gebruikersnaam en wachtwoord.

Afhankelijk van de configuratie in uw webbrowser kunt u de gebruikersnaam en het wachtwoord mogelijk opslaan. Als u dat niet wilt, configureert u uw webbrowser zodanig dat deze informatie niet wordt opgeslagen.

4Klik in het menu [Apparaatbeheer] op [Configuratie].

5Onder "Netwerk" klikt u op [NetWare].

Raadpleeg stap 5 van de procedure onder "NetWare-instellingen configureren" voor de in te stellen items.

6Controleer de instellingen en klik vervolgens op [OK].

De configuratie is voltooid. Wacht even voordat u Web Image Monitor opnieuw start.

7Klik op [Uitloggen].

8Sluit Web Image Monitor af.

Opmerking

  • Als u de printer die u wilt configureren niet kunt vinden, drukt u de configuratiepagina af en controleert u de printernaam.

  • Wanneer geen printernamen in de lijst worden weergegeven, stelt u dezelfde IPX/SPX-frametypen in voor de computer en de printer. Wijzig het frametype van de computer in het dialoogvenster [Netwerk] van Windows.

  • Voor details over Web Image Monitor, zie Web Image Monitor gebruiken.