Gebruik onderstaande procedure om netwerkomgevinginstellingen in te voeren.
Schakel TCP/IP in via het bedieningspaneel en stel de netwerkomgeving van de printer in voor TCP/IP, ook de IP-adressen.
TCP/IP van de printer staat standaard ingesteld.
Installeer TCP/IP in Windows om de netwerkomgeving in te stellen.
Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor de lokale instellingen.
Als u wilt afdrukken, installeert u de afdrukservice voor UNIX als netwerktoepassing.
![]()
Meer informatie over het instellen van een IP-adres kunt u vinden in de Hardwarehandleiding.
Voor meer informatie over het instellen van een IP-adressen van de printer via DHCP, zie DHCP gebruiken
.
Hiermee is de installatie van een printer die gebruikmaakt van een IPv4-adres bij het afdrukken voltooid. Gebruikt u een hostnaam om een printer op te geven, ga dan door naar Een hostnaam gebruiken in plaats van een IPv4-adres
en zet de installatie voort.