Gebruik de volgende procedure om de netwerkinstellingen te wijzigen.
Druk op de [Menu]-knop.

Het menuvenster wordt weergegeven.
Druk op [
][
] om [Host-interface] te selecteren en druk vervolgens op [OK].
Druk op [
][
] om [Netwerkinstell.] te selecteren en druk vervolgens op [OK].
Druk op [
][
] om [IPv4-config.] te selecteren en druk vervolgens op [OK].
Druk op [
][
] om [DHCP] te selecteren en druk vervolgens op [OK].
Druk op [
][
] om [Actief] of [Inactief] te selecteren, al naar gelang de netwerkomgeving en druk vervolgens op [OK].
Selecteert u [Actief], ga dan verder met stap 10.
Druk op [
][
] om [IP-adres] te selecteren en druk vervolgens op [OK].
Geef het IPv4-adres van de printer op met [
][
] en druk vervolgens op [OK].
Druk op [OK] om verder te gaan naar het volgende veld.
Druk op [Escape] om terug te gaan naar het voorgaande veld.
Stel het subnetmasker en gateway-adres in.
Geef waarden voor elke instelling op volgens dezelfde procedure als voor het IPv4-adres.
Druk op de [Menu]-knop om naar het beginscherm terug te keren.
Start de printer opnieuw op om de netwerkinstellingen in te schakelen.