Koptekst overslaan
 

Parameters van het menu Systeem

In dit gedeelte worden de parameters uitgelegd die kunnen worden ingesteld in het menu Systeem.

Automatisch doorgaan

Hiermee stelt u in dat de printer fouten met het papierformaat of de papiersoort negeert en verder gaat met afdrukken. Het afdrukken wordt tijdelijk onderbroken wanneer een fout wordt gedetecteerd en begint automatisch weer tien seconden nadat de instellingen gedaan zijn op het bedieningspaneel.

Zelfs als deze optie is ingesteld op [Aan], kunnen er nog bepaalde fouten optreden waarbij de huidige taak wordt geannuleerd. De printer voert dan automatisch de volgende taak uit.

Standaardinstelling: [Uit]

  • Uit

  • Aan

Stand pap.form.

Hiermee stelt u het standaard papierformaat van de printer in.

Standaardinstelling: [A4], [8 1/2 x 11]

A4, B5 JIS, A5, B6 JIS, A6, 8 1/2 x 14, 8 1/2 x 11, 5 1/2 x 8 1/2, 7 1/4 x 10 1/2, 8 x 13, 8 1/2 x 13, 8 1/4 x 13, 16K, 4 1/8 x 9 1/2, 3 7/8 x 7 1/2, C5 Env, C6 Env, DL Env

Kopieën:

Geeft het aantal af te drukken pagina's aan.

Deze instelling wordt uitgeschakeld als het aantal af te drukken pagina's wordt opgegeven via een opdracht of via het printerstuurprogramma.

Standaardinstelling: "1"

  • 1 - 999

Sub papierformaat

Stelt de printer zo in dat er op papier van een ander formaat wordt afgedrukt als het opgegeven papier niet is geplaatst. Andere formaten zijn vooraf ingesteld op A4 en Letter.

Standaardinstelling: [Uit]

  • Uit

  • Automatisch

Duplex

Stelt de printer zo in dat er op beide zijden van papier wordt afgedrukt volgens de opgegeven bindmethode.

Standaardinstelling: [Uit]

  • Uit

  • Binden Lange zijde

  • Binden Korte zijde

Foutenrapp. afdr

Hiermee wordt ingesteld dat de printer een foutpagina afdrukt als de printer een afdruk- of geheugenfout detecteert.

Standaardinstelling: [Uit]

  • Aan

  • Uit

Blanco pag afdr

Hiermee wordt ingesteld dat de printer blanco pagina's afdrukt.

Wanneer het afdrukken van kaften is ingesteld vanuit het printerstuurprogramma, worden kaften ingevoegd zelfs als u [Uit] selecteert.

Let op: deze instelling heeft een lagere prioriteit dan de instelling voor blanco pagina's van het printerstuurprogramma ([Lege pagina's niet afdrukken] op het tabblad [Setup] van het PCL6-printerstuurprogramma of [Lege pagina's afdrukken] onder [Printereigenschappen] van het PostScript 3-printerstuurprogramma).

Standaardinstelling: [Aan]

  • Aan

  • Uit

Energiespaarstand 1

Hiermee schakelt de printer over op Energiespaarstand 1 als deze zo'n 30 seconden inactief is geweest. Het kost minder tijd om terug te keren uit Energiespaarstand 1 dan uit de uitgeschakelde status of uit Energiespaarstand 2, maar het stroomverbruik in Energiespaarstand 1 is hoger in dan in Energiespaarstand 2.

Standaardinstelling: [Uit]

  • Uit

  • Aan (30 seconden)

Energiespaarstand 2

Hiermee schakelt de printer over op Energiespaarstand 2 nadat de periode is verstreken die voor deze instelling is opgegeven. De printer verbruikt in Energiespaarstand 2 minder stroom dan in Energiespaarstand 1, maar het duurt langer om terug te keren uit Energiespaarstand 2.

Standaardinstelling: [Aan] (1 minuut)

  • Aan (1 tot 240 minuten, met intervallen van 1 minuut)

  • Uit

Standrd herst.

Hiermee worden de instellingen van de printer teruggezet op de fabrieksinstellingen. U moet de printer opnieuw opstarten nadat u hierom wordt gevraagd op het bedieningspaneel.

Belichting

Hiermee stelt u de beeldbelichting van de printer af.

Standaardinstelling: "0"

  • -3 tot 3

Opmerking

  • Zelfs als Energiespaarstand 2 is ingeschakeld, wordt deze stand gedurende 2 uur niet ingeschakeld als [Lage vocht. mod.] in het menu [Onderhoud] is ingeschakeld. Energiespaarstand 1 wordt echter wel normaal uitgevoerd (zelfs als Energiespaarstand 1 niet is ingeschakeld).