Deze printer wordt verpakt in schokabsorberend schuim en bevestigd met plakband geleverd, zodat de printer gedurende het transport beschermd is tegen schokken en trillingen. Verwijder deze beschermende materialen zodra de printer op de plaats is waar u hem gaat gebruiken.
![]()
|
![]()
|
![]()
|
![]()
|
![]()
|
![]()
|
![]()
|
![]()
|
![]()
|
![]()
|
![]()
|
![]()
|
![]()
|
![]()
|
![]()
|
![]()
Het verwijderde plakband kan vies zijn. Laat het niet op uw handen of kleren komen.
Verwijder het plakband van de papierinvoerlade en de klep pas na het verplaatsen van de printer.
Laat de printer langzaam en voorzichtig zakken om te voorkomen dat uw handen klem komen te zitten.
Til de printer niet op aan de lades.
Pas op dat er geen paperclips, nietjes of andere metalen voorwerpen in het apparaat vallen.
Houd een onbedekte tonercartridge niet in direct zonlicht.
Raak de fotogeleider van de inktcartridge niet aan.

Raak de ID-chip aan de zijkant van de printcartridge niet aan.

Haal de printer uit de doos en verwijder de plastic zak.
Til de printer op aan de handgrepen aan beide zijden van het apparaat.

Verwijder het beschermingsmateriaal dat aan de buitenkant van de printer is bevestigd.


![]()
Verwijder het plakband van de klep aan de achterzijde pas bij stap 4.
Verwijder het plakband van de klep aan de achterzijde en open de klep.

Trek het plakband weg en verwijder het beschermingsmateriaal.

De printer zelf kan beschermingsmateriaal op verschillende posities bevatten. Zorg ervoor dat u de buitenkant van de printer goed controleert op beschermingsmateriaal en verwijder dit allemaal.
Zorg dat de hendels omhoog zijn getrokken.

![]()
Als u de hendels omlaag laat staan, hecht de toner mogelijk niet goed als u op normaal papier afdrukt. Zorg ervoor dat de hendels omhoog zijn getrokken voordat u op normaal papier afdrukt. Als u dit niet doet, kan de inkt op de afdruk uitvegen of afgeven.
Nadat u op enveloppen hebt afgedrukt, moet u ervoor zorgen dat de hendels omhoog zijn getrokken.
Druk op de knop aan de zijkant om de klep aan de voorzijde te openen. Breng de klep daarna voorzichtig omlaag.

Verwijder het beschermingsmateriaal dat aan de binnenzijde van de printer is bevestigd.

Pak de printcartridge uit. Plaats de cartridge op een vlakke ondergrond en verwijder het beschermvel.

Schud de printcartridge vijf keer heen en weer.

Schuif de printcartridge horizontaal naar binnen. Zodra de cartridge niet meer verder kan, tilt u deze enigszins omhoog en drukt u deze volledig naar binnen. Duw de cartridge omlaag totdat deze vastklikt.

Duw met beide handen het voorpaneel voorzichtig omhoog totdat deze sluit.

Trek lade 1 voorzichtig uit en trek deze er vervolgens met beide handen uit.

Verwijder het beschermingsmateriaal aan de binnenzijde van de lade.

Duw lade 1 voorzichtig recht in de printer.

Trek de lade uit en zet het stopklepje omhoog.
