Wanneer de faxkoptekst is ingeschakeld, wordt de opgeslagen naam afgedrukt op het papier van de ontvanger.
Registratie van de faxkoptekst
U moet de faxkoptekst vooraf registreren in "Fax-informatie programmeren" in het Faxeigenschappen-menu.
U kunt tien faxkopteksten opslaan (om af te drukken).
Voor meer informatie over het registreren van een faxkoptekst, zie Faxinformatie registreren.
Afdrukpositie van de faxkoptekst
De faxkoptekst wordt afgedrukt op de zijde van het papier dat zich links van u bevindt wanneer u de documenten op de glasplaat of in de ADF plaatst.
Als u het adresboek gebruikt om een bestemming op te geven, worden de faxkoptekstinstellingen toegepast zoals die voor elke bestemming in het adresboek zijn geconfigureerd.
Gebruik deze procedure om faxkoptekstinstellingen op te geven wanneer u een bestemming handmatig invoert of wanneer u vanuit het Adresboek de bestemming "Optie-instelling bij TX" opgeeft voor "Faxkoptekst".
Druk op [Verzendinstellingen].

Druk op drie keer op [
] en druk vervolgens op [Opties instellen].
Druk op [
] en controleer of [Faxkoptekst afdruk.] is ingesteld op "Instellen".
Druk op [Faxkoptekst afdruk.].
Druk op [Faxkoptekst] en selecteer vervolgens de gewenste faxkoptekst.
Als de vereiste bestemming niet wordt weergegeven, gebruikt u [
] of [
] om door de lijst te bladeren.
Druk vier keer op [OK].
![]()
U kunt selecteren of de datum, faxkoptekstnamen, bestandsnummers of paginanummers worden afgedrukt door hun respectievelijke gebruikersparameters te wijzigen (schakelaar 18, bit 3, 2, 1, 0) in het menu Faxeigenschappen. Zie Parameterinstellingen.
Wanneer u Parallelle geheugenverzending gebruikt, wordt alleen het paginanummer in de koptekst van de fax afgedrukt; het totaal aantal originelen wordt niet afgedrukt.
(hoofdzakelijk Europa en Aziƫ)
In sommige gevallen wilt u misschien een fax zonder koptekst versturen. Schakel hiervoor de faxkoptekst uit.