U kunt een mapbestemming opgeven door een bestemmingstoets te selecteren uit de bestemmingslijst.
Om naar een mapbestemming te verzenden, moet u eerst het pad voor de map opgeven in het Adresboek. U kunt het pad niet invoeren in het stand-byscherm. Zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen voor meer informatie.
Druk op [
] (Map) als u het verzendtype wilt wijzigen in map.

Druk op [Selecteer bestemming uit adresboek].
Druk op de bestemmingstoets om een bestemming op te geven.
Druk op de volgende bestemmingstoets om nog een andere bestemming toe te voegen.
Druk op [OK].
U kunt ook een bestemming van een ander type toevoegen.