In dit onderdeel worden de omgevingen beschreven die vermeden moeten worden bij het installeren van het apparaat.
Locaties in direct zonlicht of sterk licht (1500 lux of meer).
Plaatsen direct blootgesteld aan koele lucht van een airconditioner of verwarmde lucht van een verwarming. (Potselinge temperatuurschommelingen kunnen condensatie in het apparaat veroorzaken)
Plaatsen dichtbij apparatuur die ammoniadampen uitstoten zoals een diazo-kopieersysteem.
Locaties waar het apparaat onderhevig is aan frequente en zware trillingen.
Locaties waar het stoffig is.
Locaties met agressieve gassen.