Het indicatielampje Inkt bijvullen (
) brandt wanneer de inkt moet worden bijgevuld.
![]()
|
![]()
|
![]()
|
![]()
|
![]()
|
![]()
|
![]()
Als u andere inkt gebruikt dan het aanbevolen type, kunnen er fouten optreden.
Onze producten zijn ontworpen om te voldoen aan hoge eisen ten aanzien van kwaliteit en functionaliteit. Het is raadzaam alleen verbruiksartikelen te gebruiken die door een erkende dealer verkocht worden.
Open de voorklep.

Trek de inkthouder eruit.

Verwijder de gebruikte inktcartridge.

Verwijder de dop van de nieuwe inktcartridge.

Houd de cartridge rechtop om te voorkomen dat er inkt gemorst wordt.
Plaats de nieuwe cartridge in de inkthouder.

Zet de inkthouder op de oorspronkelijke positie en druk de inkthouder aan totdat u een klik hoort.
Gebruik altijd inkt van dezelfde kleur.
Zorg dat u het onderdeel dat met de pijl wordt aangegeven stevig in de geleider plaatst.

Sluit het voorpaneel.
Het apparaat zal de drum laten roteren om er inkt naar toe te voeren.
![]()
Zorg dat de inktcartridge van dezelfde kleur is als de huidige drum.
Bewaar inktcartridges op een koele, droge plaats. Bewaar inktcartridges niet op een plek die wordt blootgesteld aan hitte of direct zonlicht.
Plaats de inktcartridge op een vlakke ondergrond om het knoeien van inkt te voorkomen.