Koptekst overslaan
 

Afdrukfoutrapport

Kies dit om een foutrapport af te drukken wanneer een printer- of geheugenfout optreedt.

Standaardinstelling: [Uit]

Automatisch doorgaan

Selecteer of het apparaat wel of niet automatisch doorgaat met afdrukken nadat er een systeemfout heeft plaatsgevonden. Voor meer informatie over het configureren van deze functie raadpleegt u Paginadoorvoer uitvoeren als afdrukinstellingen niet overeenkomen.

Standaardinstelling: [Uit]

Opslaan en foute taak overslaan

Een document wordt automatisch opgeslagen in het apparaat als een afdruktaak uitgesteld wordt vanwege een fout. Ondanks deze fout kan het volgende document afgedrukt worden. Deze functie kan gebruikt worden voor Normale afdruk-, Testafdruk- en Opgeslagen afdruk-bestanden. De taaksoort kan opgegeven worden in de lijst "Taaksoort:" van het printerstuurprogramma. Raadpleeg voor meer informatie Documenten op de harde schijf opslaan en dan afdrukken.

Het afdrukken van het document dat in het apparaat is opgeslagen, kan worden hervat door dit aan te geven via het bedieningspaneel. Raadpleeg voor meer informatie Documenten afdrukken die opgeslagen zijn wanneer een afdrukconfiguratiefout optrad.

De opslagmethode varieert afhankelijk van het soort document. Raadpleeg voor meer informatie Documenten opslaan waarvan het afdrukken is geannuleerd vanwege fouten.

Hier kunt u het aantal te controleren pagina's opgeven. Geef het aantal pagina's in (tussen 1 en 999).

Als er twee of meer pagina's zijn opgegeven, zal het wat langer duren om de eerste pagina van een document af te drukken.

Standaardinstelling: [Uit]

Geheugenoverloop

Selecteer deze optie om een foutrapport geheugenoverloop af te drukken.

Standaardinstelling: [Niet afdrukken]

Taakscheiding

U kunt taakscheiding inschakelen.

Dit menu kan alleen worden gekozen als er een optionele finisher is geïnstalleerd.

Standaardinstelling: [Uit]

180 graden roteren

Om aan te geven of het beeld 180° moet worden gedraaid ten opzichte van de papierrichting.

Standaardinstelling: [Uit]

Gecomprimeerde gegevens afdrukken

Geef op of u de gecomprimeerde opdrachtgegevens wilt decomprimeren en uitpakken voordat u deze afdrukt.

Het ondersteunde compressieformaat is GZIP.

Standaardinstelling: [Uit]

Geheugengebruik

U kunt de hoeveelheid van het geheugen selecteren dat wordt gebruikt in lettertypeprioriteit of kaderprioriteit, op basis van het papierformaat of de resolutie.

Standaardinstelling: [Framevoorkeur]

Duplex

U kunt instellen of u op beide zijden van alle pagina's afdrukt.

Standaardinstelling: [Uit]

Kopieën

U kunt het aantal afdruksets opgeven. Deze instelling wordt uitgeschakeld als het aantal af te drukken pagina's is ingesteld met het printerstuurprogramma of andere opdracht.

Het aantal kopieën dat kan worden ingesteld, is 1 tot 999, met stappen van 1.

Standaard: "1" kopie

Blanco pagina afdrukken

U kunt instellen of u blanco pagina's afdrukt of niet.

Standaardinstelling: [Aan]

Pagina's die aan een van de volgende voorwaarden voldoen, worden als blanco beschouwd.

  • Er zijn geen afbeeldingen.

  • Er zijn afbeeldingen, maar die bevinden zich buiten het afdrukbare gebied.

  • Er zijn enkel blanco tekens.

Randen bijwerken

U kunt hier selecteren of u de randen van teksten en afbeeldingen wilt verscherpen. Als u deze instelling inschakelt, kan de schakering van afbeeldingen mogelijk acheruit gaan.

Standaardinstelling: [Aan]

Toner besparen

Deze functie zorgt ervoor dat er minder toner wordt verbruikt bij het afdrukken. Als u deze functie inschakelt, kan de afdrukkwaliteit achteruit gaan.

Standaardinstelling: [Uit]

Wachttijd gereserveerde taak

U kunt opgeven hoelang het apparaat wacht met het ontvangen van een afdruktaak alvorens het andere functies, zoals de kopieer- en scanfunctie, laat onderbreken.

Standaard: [Wachten (kort)]

Printertaal

Geef de printertaal op.

Standaardinstelling: [Automatisch]

Subpapierformaat:

U kunt opgeven of papier van het A4- of Letter-formaat (81/2 vermenigvuldiging 11) automatisch geselecteerd wordt als het standaard formaat wanneer het voor de taak opgegeven formaat niet beschikbaar is.

Standaardinstelling: [Automatisch]

Paginaformaat

U kunt de standaardpapierformaten kiezen.

Het papierformaat dat u kunt selecteren is het volgende:

  • A3, A4, A5, A6, B4JIS, B5JIS, B6JIS, C5 Env, C6 Env, DL Env, 12 vermenigvuldiging 18, 11 vermenigvuldiging 17, 11 vermenigvuldiging 15, 11 vermenigvuldiging 14, 10 vermenigvuldiging 15, 10 vermenigvuldiging 14, 81/2 vermenigvuldiging 14, 81/2 vermenigvuldiging 13, 81/2 vermenigvuldiging 11, 81/4 vermenigvuldiging 14, 81/4 vermenigvuldiging 13, 8 vermenigvuldiging 13, 8 vermenigvuldiging 101/2, 8 vermenigvuldiging 10, 71/4 vermenigvuldiging 101/2, 51/2 vermenigvuldiging 81/2, 41/8 vermenigvuldiging 91/2, 37/8 vermenigvuldiging 71/2, 8K, 16K, aangepast formaat

Standaard:

  • regio-a(voornamelijk in Europa en Azië)

    A4

Briefhoofdinstelling

Selecteer of u wel of niet wilt afdrukken op papier met een vaste afdrukzijde of afdrukrichting (briefpapier bijvoorbeeld). Zie voor meer informatie Papierspecificaties en papier bijvullen.

  • Uit

    Niet afdrukken met de modus voor het afdrukken van briefpapier.

  • Autodetectie

    Seleteer of u wel of niet wilt afdrukken in de briefpapiermodus als een pagina met een vaste afdrukzijde of afdrukrichting als eerste pagina wordt opgegeven.

  • Aan (altijd)

    Regelmatig afdrukken met de modus voor het afdrukken van briefpapier.

Standaardinstelling: [Autodetectie]

Prioriteit lade-instelling

U kunt prioriteit geven aan de instellingen die in het printerstuurprogramma of de opdrachten zijn opgegeven of aan de instellingen die in het bedieningspaneel voor elke lade zijn gemaakt als het apparaat printgegevens ontvangt. Alleen de laden die op het apparaat zijn aangesloten, worden weergegeven.

  • Papierbevestiging voor handinvoer

    Selecteer of het bevestigingsscherm voor het papierformaat, papiertype en invoerrichting op het bedieningspaneel moet worden weergegeven als er papier wordt ingevoerd vanuit de handinvoer. Als [Weergeven] gespecificeerd is, kunt u de afdrukinstellingen van de handinvoer controleren voordat het afdrukken start.

    • Weergeven

    • Niet weergeven

    Standaardinstelling: [Niet weergeven]

  • Handinvoer

    • Driver/Opdracht

      Als de papierlade voor een afdruktaak is opgegeven, zijn de papierinstellingen die in het printerstuurprogramma of in de afdrukopdracht zijn opgegeven van toepassing, ongeacht de apparaatinstellingen.

    • Apparaatinstelling(en)

      De papierinstellingen die op het bedieningspaneel van het apparaat zijn geconfigureerd, worden op alle afdruktaken toegepast. Er treedt een fout op als de papierinstellingen die in het printerstuurprogramma of in de afdrukopdracht zijn opgegeven niet overeenkomen met de apparaatinstellingen.

    • Elk type

      Als deze instelling geselecteerd is voor een afdruktaak en het type document voor de afdruktaak niet opgegeven hoeft te worden, kunt u alleen doorgaan met afdrukken als het papierformaat overeenkomt met de afdrukinstelling van de taak. Voor meer informatie over deze functie, zie Fouten met papierinstellingen voorkomen.

    Standaardinstelling: [Driver/Opdracht]

  • Lade 1 tot lade 4, LCT

    • Driver/Opdracht

    • Apparaatinstelling(en)

    Standaardinstelling: [Apparaatinstelling(en)]

Afdrukken zonder marges

U kunt selecteren of u het afdrukgebied wilt uitbreiden of niet. Voor meer informatie over het afdrukgebied, zie Afdrukgebied.

Standaardinstelling: [Uit]

Standaard printertaal

U kunt de standaard taal van de printer instellen als het apparaat de printertaal niet automatisch kan vinden.

Standaardinstelling: [PCL]

Lade wisselen

U kunt opgeven of het apparaat al dan niet automatisch van lade wisselt als het papier van het opgegeven formaat en type niet in de lade zit die het stuurprogramma wil gebruiken.

Standaardinstelling: [Uit]

Automatisch uitgebreide lade wisselen

U kunt opgeven of u wilt overschakelen naar een geschikte lade wanneer het papier in de gebruikte lade op is.

Wanneer [Aan] is ingesteld, dan zal de uitgebreide automatische ladewisseling prioriteit krijgen, ongeacht de instellingen van het printerstuurprogramma.

Standaardinstelling: [Uit]

Taken niet afgedr omdat app uit was

Het is mogelijk om te selecteren of uitgestelde afdrukbestanden wel of niet moeten worden afgedrukt als de opgegeven afdruktijd daarvan is verstreken als het apparaat wordt ingeschakeld.

  • Afdr. indien app. aan

    Als het apparaat wordt ingeschakeld, zal het apparaat automatisch alle uitgestelde afdrukbestanden afdrukken die op het apparaat zijn opgeslagen en waarvan de opgegeven afdruktijd is verstreken.

  • Niet afdrukken

    Als er uitgestelde afdrukbestanden zijn waarvan de opgegeven afdruktijd verstreken is als het apparaat wordt ingeschakeld, wordt hun afdruktijdspecificatie geannuleerd en kunnen ze verwijderd worden via [Tijd. afdr.taken autom. verw.]. Voor meer informatie over [Tijd. afdr.taken autom. verw.] raadpleegt u Onderhoud.

Standaardinstelling: [Niet afdrukken]

Directe afdruktaken beperken

Als een afdruktaak naar het apparaat gestuurd wordt, kunt u opgeven of het document altijd in het apparaat opgeslagen moet worden zonder het af te drukken of het afdrukken ervan wilt annuleren. De documenten die automatisch in het apparaat opgeslagen zijn worden niet afgedrukt tenzij u het bedieningspaneel gebruikt om ze af te drukken. Hierdoor voorkomt u dat er documenten op de lades blijven liggen.

Als een document een Normale afdruk, Testafdruk of Opgeslagen afdruk is, kan het afgedrukt worden. De taaksoort kan opgegeven worden in de lijst "Taaksoort:" van het printerstuurprogramma. Raadpleeg voor meer informatie Documenten op de harde schijf opslaan en dan afdrukken.

Als [Taken autom. opslaan] is geselecteerd, varieert de opslagmethode afhankelijk van het opgegeven documenttype. Raadpleeg voor meer informatie Voorkomen dat documenten blijven liggen.

  • Uit

  • Taken autom. opslaan

    Documenten worden automatisch in het apparaat opgeslagen zonder afgedrukt te worden, ongeacht de afdrukinstellingen.

  • Alle dir. afdr.tkn annul.

    Afdrukken wordt altijd geannuleerd, ongeacht de afdrukinstellingen.

Standaardinstelling: [Uit]

Oorspronkelijk scherm schakelen

Selecteer het scherm dat moet worden weergegeven als er in het Home-scherm op [Printer] wordt gedrukt.

  • Taaklijst

    Toont de lijst met taken.

  • Afdruktaken

    Toont de lijsten met de documenten die in het apparaat zijn opgeslagen en de gebruikers-ID's.

Standaardinstelling: [Takenlijst]

Opmerking

  • Voor meer informatie over het wijzigen van de printerfuncties raadpleegt u de handleiding Het apparaat aansluiten/Systeeminstellingen.