Koptekst overslaan
 

Enveloppen

In dit gedeelte vindt u informatie en aanbevelingen over enveloppen.

Belangrijk

  • Gebruik geen vensterenveloppen.

  • Waaier de enveloppen voordat u ze plaatst om ze van elkaar los te maken en te voorkomen dat de lijm die erop zit de enveloppen aan elkaar plakt. Als uitwaaieren niet voorkomt dat ze aan elkaar gaan plakken, leg ze er dan één voor één in. Let er echter op dat sommige enveloptypes niet kunnen worden gebruikt in combinatie met dit apparaat.

  • Foute invoer kan gebeuren, afhankelijk van de lengte en vorm van de flappen.

  • Enveloppen die in de interne lade worden uitgevoerd, kunnen hier vanaf vallen wanneer meerdere enveloppen worden uitgevoerd. Verwijder in dat geval de enveloppen terwijl ze worden uitgevoerd.

  • Alleen enveloppen die minstens 139 mm (5,5 inch) breed zijn met open flappen kunnen worden geplaatst in Staand-richting.

  • Bij het plaatsen van enveloppen plaatst u deze in de Staand-richting. Als u enveloppen plaatst in de Liggend-richting, kunnen ze gevouwen raken.

  • Als u enveloppen Staand plaatst, moeten de flappen volledig open zijn. Anders kunnen ze misschien vastlopen.

  • Plaats enveloppen in de papierlades zoals hieronder weergegeven als ze met geopende flappen tussen 139 mm (5,5 inch) en 148 mm (5,9 inch) breed zijn:

    • Lijn de enveloppen uit met de rechterkant van de papierlade.

    • Enveloppen kunnen vastlopen als er ruimte is tussen de enveloppen en de eindgeleider. Plaats de enveloppen in dit geval opnieuw.

    • Schuif de papierlade voorzichtig volledig naar binnen.

  • Voordat u enveloppen plaatst, drukt u ze naar beneden om lucht eruit te laten en de vier randen glad te maken. Strijk de voorste randen (de randen die het apparaat ingaan) van de enveloppen met een potlood of liniaal glad voordat u de enveloppen plaatst.

In kopieermodus

De manier om enveloppen te plaatsen hangt af van de richting van de enveloppen. Bij het kopiëren op enveloppen plaatst u deze volgens de toepasselijke richting die hieronder wordt weergegeven:

Enveloppen plaatsen

Richting van enveloppen

Glasplaat

Papierlade 1-4

Handinvoer

Enveloppen met een opening aan de zijkant Staand

Illustratie van enveloprichting

Illustratie van enveloprichting

  • Kleppen: open

  • Onderkant van enveloppen: naar de linkerkant van het apparaat

  • Te scannen zijde: naar beneden

Illustratie van enveloprichting

  • Kleppen: open

  • Onderkant van enveloppen: naar de rechterkant van het apparaat

  • Te bedrukken zijde: naar boven

Illustratie van enveloprichting

  • Kleppen: open

  • Onderkant van enveloppen: naar de linkerkant van het apparaat

  • Te bedrukken zijde: naar beneden

Enveloppen met een opening aan de zijkant Liggend

Illustratie van enveloprichting

Illustratie van enveloprichting

  • Kleppen: gesloten

  • Onderkant van enveloppen: naar de achterkant van het apparaat

  • Te scannen zijde: naar beneden

Niet aanbevolen

Illustratie van enveloprichting

  • Kleppen: gesloten

  • Onderkant van enveloppen: naar de achterkant van het apparaat

  • Te bedrukken zijde: naar beneden

Bij het plaatsen van enveloppen moet u het envelopformaat en de dikte invoeren. Zie voor meer informatie Kopiëren / Document Server.

In printermodus

De manier om enveloppen te plaatsen hangt af van de richting van de enveloppen. Bij het afdrukken op enveloppen plaatst u deze volgens de geschikte richting die hieronder wordt weergegeven:

Enveloppen plaatsen

Soorten enveloppen

Papierlade 1-4

Handinvoer

Enveloppen met een opening aan de zijkant Staand

Illustratie van enveloprichting

Illustratie van enveloprichting

  • Kleppen: open

  • Onderkant van enveloppen: naar de rechterkant van het apparaat

  • Te bedrukken zijde: naar boven

Illustratie van enveloprichting

  • Kleppen: open

  • Onderkant van enveloppen: naar de linkerkant van het apparaat

  • Te bedrukken zijde: naar beneden

Enveloppen met een opening aan de zijkant Liggend

Illustratie van enveloprichting

Niet aanbevolen

Illustratie van enveloprichting

  • Kleppen: gesloten

  • Onderkant van enveloppen: naar de achterkant van het apparaat

  • Te bedrukken zijde: naar beneden

Kies bij het plaatsen van enveloppen "Envelop" als papiertypes met gebruikmaking van beide Gebruikersinstellingen en geef de dikte van de enveloppen aan. Voor meer informatie, zie de handleiding Afdrukken.

Draai de afbeelding 180 graden door middel van het printerstuurprogramma om af te drukken op enveloppen die in de handinvoerlade liggen met de korte rand tegen het apparaat.

Aanbevolen enveloppen

Neem contact op met uw lokale dealer voor informatie over aanbevolen enveloppen.

Het formaat van enveloppen dat u kunt plaatsen hangt af van de lade waarin u ze plaatst. Raadpleeg voor meer informatie Aanbevolen papierformaten en -typen.

Opmerking

  • Plaats alleen enveloppen van hetzelfde formaat en soort.

  • De functie Duplex kan niet voor enveloppen worden gebruikt.

  • Om een betere afdrukkwaliteit te krijgen, raden wij u aan de rechter, linker, bovenste en onderste afdrukmarge ieder in te stellen op tenminste 15 mm (0,6 inch).

  • De afdrukkwaliteit van enveloppen kan onregelmatig zijn als delen van de enveloppen verschillende diktes hebben. Druk een of twee enveloppen af om de afdrukkwaliteit te controleren.

  • Gekopieerde of bedrukte vellen worden geleverd aan de interne lade, zelfs als u een andere lade hebt opgegeven.

  • Strijk afdrukken glad als ze zijn gevouwen of omgekruld.

  • Controleer of de enveloppen niet vochtig zijn.

  • Een hoge temperatuur en een hoge vochtigheidsgraad reduceren de afdrukkwaliteit en zorgen ervoor dat de enveloppen gaan kreukelen.

  • Afhankelijk van de omgeving kan het kopiëren of afdrukken op enveloppen deze kreukelen, zelfs als ze zijn aanbevolen.

  • Bepaalde typen enveloppen kunnen mogelijk gekreukeld, besmeurd of met drukfouten uit het apparaat komen. Als u een effen kleur op een envelop afdrukt, kunnen er lijnen ontstaan waar de overlappende randen van de envelop het dikker maken.