Als u een papierformaat heeft geplaatst dat niet automatisch wordt geselecteerd, dient u het papierformaat met het bedieningspaneel op te geven.
Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.

Druk op [Instell. papierlade].
Selecteer de lade waarvoor u de papierformaat wilt wijzigen.
Selecteer het formaat en de invoerrichting van het geplaatste papier en druk op [OK].

Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.
![]()
Voor meer informatie over automatisch geselecteerde papierformaten raadpleegt u Aanbevolen papierformaten en -typen.
Als u na het afdrukken op papier dat niet automatisch wordt geselecteerd, weer wilt afdrukken op papier dat wel automatisch wordt geselecteerd, moet u de instelling terugzetten op Autodetectie. Plaats het papier en selecteer Autodetectie in stap 4. De instelling wordt teruggezet op Autodetectie.