Sommige functies kunnen niet gelijktijdig worden gebruikt. De volgorde waarin u deze functies selecteert, bepaalt welke functies geldig zijn.
Voor details over functies die niet tegelijkertijd gebruikt kunnen worden, zie Functiecompatibiliteit.
De symbolen in de cellen hebben de volgende betekenis:
Blanco ruimte: deze modi kunnen samen worden gebruikt.
×: deze modi kunnen niet samen worden gebruikt. De tweede modus die geselecteerd is, zal de modus zijn waarin u werkt.
: deze modi kunnen niet samen worden gebruikt. De tweede modus die geselecteerd is, zal de modus zijn waarin u werkt.