Dit deel beschrijft hoe u gebruikersinstellingen oproept.
Met gebruikersinstellingen kunt u de [Scannereigensch.] veranderen.
![]()
De procedures voor het configureren van de systeeminstellingen zijn verschillend van de procedures voor het configureren van andere instellingen. Als u klaar bent met het configureren van de gebruikersinstellingen, dient u terug te keren naar het beginscherm. Voor meer details over het terugkeren naar het beginscherm zie "Gebruikersinstellingen sluiten".
Alle wijzigingen die u heeft aangebracht in [Scannereigensch.] blijven van kracht, zelfs als de hoofd- of de bedieningsschakelaars worden uitgeschakeld of als op de knop [Energiespaarstand] of [Instellingen verwijderen] wordt gedrukt.
Afhankelijk van de verzendmethode kunnen bepaalde instellingen niet worden toegepast.