In deze paragraaf wordt de schermindeling beschreven bij het gebruik van de netwerkbezorgingsscanner.
De weergegeven functie-items dienen als selectietoetsen. U kunt een item selecteren of opgeven door op het item te drukken. Wanneer u een item selecteert of opgeeft in het weergavescherm, wordt het gemarkeerd als
. Toetsen die niet kunnen worden geselecteerd, worden weergegeven als
.

[Reg. nr.]
Druk op deze toets om een bestemming op te geven met een registratienummer van drie cijfers.
Pictogram netwerkbezorgingsscanner
Dit pictogram geeft aan dat het scherm van de netwerkbezorgingsscanner wordt weergegeven.
[Handm. inv.]
Om een bestand via de bezorgingsserver per e-mail te verzenden naar een bestemming die niet is opgeslagen in de bestemmingslijst van de bezorgingsserver, drukt u op deze toets om het soft-toetsenbord te openen. Gebruik vervolgens het soft-toetsenbord om het e-mailadres op te geven. Raadpleeg de handleiding bij de ScanRouter-bezorgingssoftware voor meer informatie over het per e-mail verzenden van een bestand via de bezorgingsserver.
Bestemmingsveld
De opgegeven bestemming wordt weergegeven. Druk op [
] of [
] als meer dan een bestemming is opgegeven en om door de bestemmingen te scrollen.
Bestemmingslijst
De lijst van bestemmingen die in de ontvangstserver staan, verschijnt. Druk op [
] of [
] als niet alle bestemmingen kunnen worden weergegeven zodat u het scherm kunt wisselen.
Het symbool (
) verwijst naar een groepbestemming.
[Onderwerp] [Naam afzender] [Ontv.Bev.]
Geef het onderwerp en de afzender op en geef aan of ontvangstbevestiging al dan niet voor het te verzenden bestand moet worden gebruikt.