Koptekst overslaan
Help
 

De poortinstellingen voor SmartDeviceMonitor for Client wijzigen

Volg onderstaande procedure voor het wijzigen van de SmartDeviceMonitor for Client-instellingen, zoals TCP/IP-timeout, herstel-/parallel afdrukken en printergroepen.

Windows XP, Windows Server 2003/2003 R2:

1Klik in het menu [Start] op [Printers en faxapparaten].

Het venster [Printers en faxapparaten] wordt weergegeven.

2Klik op het pictogram van de printer die u wilt gebruiken. Klik in het menu [Bestand] op [Eigenschappen].

3Klik op het tabblad [Poorten] en dan op [Poort configureren...].

Het dialoogvenster [Poortconfiguratie] wordt weergegeven.

Windows Vista, Windows Server 2008:

1Klik in het menu [Start] op [Configuratiescherm].

Het [Configuratiescherm] wordt weergegeven.

2Klik in "Hardware en geluiden" op [Printer].

Het scherm [Printers] wordt weergegeven.

3Klik met de rechter muisknop op het printerpictogram en klik vervolgens op [Eigenschappen].

4Klik op het tabblad [Poorten] en dan op [Poort configureren].

Het dialoogvenster [Poortconfiguratie:] wordt weergegeven.

Windows 7, Windows Server 2008 R2:

1Klik in het menu [Start] op [Apparaten en printers].

Het venster [Apparaten en printers] wordt weergegeven.

2Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en klik vervolgens op [Printereigenschappen].

3Klik op het tabblad [Poorten] en dan op [Poort configureren].

Het dialoogvenster [Poortconfiguratie] wordt weergegeven.

Opmerking

  • Voor IPP kunnen instellingen voor gebruikers, proxyservers en time-outs worden geconfigureerd.

  • Zie de helpfunctie van SmartDeviceMonitor for Client of de paragraaf "De SmartDeviceMonitor for Client poort gebruiken" voor meer informatie over deze instellingen.

  • Als er geen instellingen beschikbaar zijn op het tabblad [Herstel/Parallel afdrukken] volgt u onderstaande procedure.

    1. Klik op [Annuleren] om het dialoogvenster [Poortconfiguratie:] te sluiten.

    2. Start SmartDeviceMonitor for Client en klik vervolgens met de rechtermuisknop op het SmartDeviceMonitor for Client-pictogram op de taakbalk.

    3. Ga naar Eigenschap en klik vervolgens op [Instellingen van uitgebreide functies].

    4. Vink het selectievakje [Herstelafdrukken/parallel afdrukken instellen voor elke poort] aan.

    5. Klik op OK om het dialoogvenster [Instellingen van uitgebreide functies] te sluiten.