Volg de onderstaande procedure om het apparaat als afdrukserver aan te sluiten met behulp van NetWare 4.x, NetWare 5/5.1 of NetWare 6/6.5.
![]()
Als u de printer wilt gebruiken als afdrukserver in NetWare 4.x, NetWare 5/5.1 of NetWare 6/6.5, moet u deze instellen op de NDS-modus.
Als u gebruikmaakt van NetWare 5/5.1 of NetWare 6/6.5, moet u de printer instellen als een afdrukserver.
Start Web Image Monitor op.
Klik op [Inloggen].
Er wordt een dialoogvenster weergegeven voor het opgeven van de log-in gebruikersnaam en het wachtwoord.
Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord op en klik op [Inloggen].
Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor meer informatie over uw gebruikersnaam en wachtwoord.
De webbrowser kan zo zijn geconfigureerd dat inlogvensters automatisch worden ingevuld als gebruikersnamen en wachtwoorden zijn onthouden. Deze functie verlaagt de beveiliging. Als u wilt voorkomen dat de browser gebruikersnamen en wachtwoorden onthoudt, schakelt u de functie Automtisch invullen van de browser uit.
Klik in het menugedeelte op [Configuration].
Onder "Netwerk" klikt u op [NetWare].
Controleer de instellingen en klik vervolgens op [OK].
De configuratie is voltooid. Wacht even voordat u Web Image Monitor opnieuw start.
Klik op [Uitloggen].
Sluit Web Image Monitor af.
![]()
Typ de volgende opdracht in de opdrachtregel om te controleren of de configuratie correct is uitgevoerd:
F:> USERLIST
Als de printer werkt zoals u deze heeft geconfigureerd, wordt de naam van de afdrukserver vermeld als een aangesloten gebruiker.
Als u de printer die u wilt configureren niet kunt vinden, controleert u de printernaam aan de hand van de configuratiepagina die u heeft afgedrukt op de printer. Wanneer geen printernamen in de lijst worden weergegeven, stelt u dezelfde IPX/SPX-frametypen in voor de computer en de printer. Wijzig het frametype van de computer in het dialoogvenster [Netwerk] van Windows.
Voor meer informatie over Web Image Monitor, zie "Web Image Monitor gebruiken".