Dit gedeelte beschrijft de gebruikersinstellingen in het menu Timerinstellingen onder Systeeminstellingen.
Automatische timer UIT
Nadat er een bepaalde tijd is verstreken na de laatst voltooide opdracht, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld om energie te besparen. Deze functie wordt "Automatisch uit" genoemd.
Naar de status van het apparaat na de bewerking Automatisch uit wordt verwezen met "Uit-stand" of "Slaapstand".
Geef voor de Automatische Timer UIT de tijd op die moet verstrijken voordat het apparaat automatisch uitgeschakeld wordt.
U kunt deze instelling alleen kiezen als [Instelling autom. uit] op [Aan] staat in [Beheerder toepassingen] in [Systeeminstellingen].
Standaardinstelling:
(voornamelijk in Europa en Azië)
[45 min.]
Met de cijfertoetsen kunt u een tijd tussen 1 en 240 minuten opgeven.
Automatische timer UIT werkt wellicht niet wanneer er foutmeldingen worden weergegeven.
Afhankelijk van de Ingebedde Software Architectuur-applicatie die is geïnstalleerd, kan het apparaat er langer over doen dan aangegeven om op de Slaapstand te gaan staan.
Paneeltimer UIT
Geef op hoeveel tijd er moet verstrijken nadat de laatste kopieeropdracht is voltooid of nadat de laatste bewerking is uitgevoerd voordat het display wordt uitgeschakeld.
Standaard: [Aan], [1 min.]
Voer een tijdsinterval tussen 10 seconden en 240 minuten in met de cijfertoetsen.
Paneeltimer UIT werkt wellicht niet wanneer er foutmeldingen worden weergegeven.
Automatische reset systeem
De systeemreset-instelling kiest automatisch het scherm van de functie die werd ingesteld in Functieprioriteit, wanneer er geen bewerkingen in uitvoering zijn of wanneer een onderbroken taak wordt gewist. Deze instelling bepaalt de interval voor de systeemreset.
Met de cijfertoetsen kunt u een tijd tussen 10 en 999 seconden opgeven.
Standaardinstelling: [Aan], [60 seconde(n)]
Automatische resettijd voor kopieerapparaat / documentserver (Kopieerapparaat/documentserver)
Hiermee geeft u op hoeveel tijd er moet verstrijken, voordat het kopieerapparaat of de documentserver worden gereset.
Als [Uit] is geselecteerd, schakelt het apparaat niet automatisch over naar het invoerscherm van de gebruikerscode.
Met de cijfertoetsen kunt u een tijd tussen 10 en 999 seconden opgeven.
Standaardinstelling: [Aan], [60 seconde(n)]
Autom. resettijd Fax (fax)
Geef de tijd op die moet verstrijken voordat de faxmodus wordt gereset.
Met de cijfertoetsen kunt u een tijd tussen 30 en 999 seconden opgeven.
Standaardinstelling: [30 seconde(n)]
Automatische resettijd voor de printer (printer)
Geef de tijd op die moet verstrijken voordat de printerfunctie wordt gereset.
Met de cijfertoetsen kunt u een tijd tussen 10 en 999 seconden opgeven.
Standaardinstelling: [Aan], [60 seconde(n)]
Automatische resettijd voor de scanner (scanner)
Geef de tijd op die moet verstrijken voordat de scannerfunctie wordt gereset.
Als [Uit] is geselecteerd, schakelt het apparaat niet automatisch over naar het invoerscherm van de gebruikerscode.
Met de cijfertoetsen kunt u een tijd tussen 10 en 999 seconden opgeven.
Standaardinstelling: [Aan], [60 seconde(n)]
Datum instellen
Hiermee stelt u met de cijfertoetsen de datum in voor de interne klok van het apparaat.
Zie "De datum en tijd instellen" voor meer informatie.
Tijd instellen
Met de cijfertoetsen kunt u de tijd instellen voor de interne klok van het apparaat.
Zie "De datum en tijd instellen" voor meer informatie.
Autom. Timer log-out
Geef op of een gebruiker automatisch moet worden uitgelogd als de gebruiker het apparaat niet gebruikt voor een bepaalde periode na het inloggen.
U kunt met de cijfertoetsen een tijd opgeven tussen 60 en 999 seconden in stappen van een seconde.
Standaardinstelling: [Aan], [180 seconde(n)]
![]()
Voor meer informatie over hoe u de Systeeminstellingen opent, raadpleegt u "Gebruikersinstellingen openen".
![]()
(voornamelijk Europa en Azië)
De datum en tijd instellen
(voornamelijk Europa en Azië)