Bovenste pagina > Over dit apparaat > Lees dit eerst > Veiligheidsinformatie > Voorzorgsmaatregelen > Omgevingen waar het apparaat gebruikt kan worden
Omgevingen waar het apparaat gebruikt kan worden
In dit onderdeel worden de voorzorgsmaatregelen besproken met betrekking op de omgevingen waarin het apparaat mag worden gebruikt.

|
Plaats geen vazen, plantenpotten, kopjes, toiletartikelen, medicijnen, kleine metalen voorwerpen of voorwerpen gevuld met water of een andere vloeistof op of vlak bij het apparaat. Als er vloeistof of andere materie in het apparaat komt, kan dit brand of elektrische schokken tot gevolg hebben.
|

|
Stel het apparaat niet bloot aan zoutige (zee)lucht en bijtende gassen. Plaats het apparaat ook niet in ruimtes waar chemische reacties plaatsvinden (zoals in laboratoria, etc.). Doet u dit wel, dan zal het apparaat niet naar behoren werken en mogelijk defect raken.
|
|
Plaats het apparaat in een ruimte waarin optimale omgevingscondities heersen. Als u het apparaat bedient in een omgeving die niet voldoet aan de toegestane vochtigheids- en temperatuurwaarden, kan elektrisch brandgevaar het gevolg zijn. Houd de ruimte rondom het stopcontact stofvrij. Een grote hoeveelheid stof kan een elektrisch brandgevaar vormen.
|