Koptekst overslaan
Help
 

Een bestemming opgeven via een bestemmingslijst

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u bestemmingen opgeeft in het Adresboek van het apparaat via het LAN-Faxstuurprogramma.

Belangrijk

  • Als u een bestemmingslijst wilt gebruiken om een bestemming te kunnen opgeven, moet u de adresboekgegevens van het apparaat in de bestemmingstabel van het LAN-Faxstuurprogramma opnemen. Zie "Het Adresboek van het apparaat gebruiken als bestemmingslijst van de LAN-Fax".

1Klik op het tabblad [Adresboek] of [Bestemming opgeven].

Het tabblad [Adresboek] of [Bestemming opgeven] wordt weergegeven.

2Schakel het selectievakje [Apparaat adres] (of [Gebruik apparaatadres]) in.

Apparaatadressen die zijn geregistreerd door het selectievakje [Gebruik apparaatadres] in het Adresboek in te schakelen, worden weergegeven op het tabblad [Adresboek].

3Het adres wordt weergegeven in het veld [Apparaat adres] op het tabblad [Adresboek]. Voer op het tabblad [Bestemming opgeven] het registratienummer van de Bestemmingtoets in het veld [Apparaat adres:] in.

4Klik op [Als bestemming instellen].

De ingevoerde bestemming wordt toegevoegd en wordt weergegeven in het vak [Bestemmingslijst:].

Wanneer u per ongeluk een bestemming toevoegt, klikt u op de onjuiste bestemming en vervolgens op [Van lijst verwijderen].

5Als u meer bestemmingen wilt opgeven, herhaalt u de stappen 3 en 4.

Opmerking

  • Voor nadere details over het opgeven van een bestemming, zie de Help van het LAN-Faxstuurprogramma.