De paginalocaties die u met deze functie opgeeft zullen aan de voorkant van de gekopieerde bladen verschijnen.

![]()
Voordat u deze functie selecteert, drukt u op de toets [Duplex/combi./reeks] en selecteert u vervolgens [1-zijdig
2-zijdig] of [Combineren].
Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer u de functie Duplex (1-zijdig
2-zijdig) of Combineren gebruikt.
Druk op [Kaft/Tussenblad].

Druk op [Tussv./hfdstk].
Druk op [Hoofdstuk].
Druk op de toets om het hoofdstuknummer te selecteren.

Om hoofdstuk 11 tot 20 te selecteren, drukt u op [11-20].
Voer de paginalocatie van de eerste pagina van het hoofdstuk in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op de toets [
].
U kunt maximaal 20 locaties opgeven.
Om een andere paginalocatie op te geven, herhaal stappen 4 en 5.
Selecteer de papierlade die het papier bevat waarop de originelen moeten worden gekopieerd.
Druk twee keer op [OK].
![]()
Om een waarde die u heeft ingevoerd te wijzigen, drukt u op de toets die u wilt wijzigen en voert u een nieuwe waarde in.