U kunt kopiëren met de afbeelding verplaatst naar het midden van het kopieerpapier.

![]()
Deze functie kunt u niet in combinatie met de handinvoer gebruiken.
Druk op [Origineel inst.].
Druk op [Origineel formaat].
Specificeer het origineelformaat en druk vervolgens op [OK].
Selecteer de invoerrichting van het origineel.
Druk op [OK].
Selecteer de papierlade.
Druk op [Bew./Stempel].

Druk op [Bld bew.].
Druk op [Centreren].
Druk op [OK].
![]()
Afhankelijk van de richting van de originelen en het kopieerpaper, kunnen de afdrukken anders zijn dan u wenst. Als dit gebeurt, wijzig dan de richting van de originelen of het kopieerpapier met 90 graden.
Raadpleeg “Formaten die te selecteren zijn als normaal formaat originelen” voor meer gegevens over het originele formaat dat u kunt selecteren als het normale formaat.