Koptekst overslaan
 

Als apparaatfuncties zijn beperkt

Als een apparaatfunctie beperkt is, kunnen alleen bevoegde gebruikers die functie gebruiken.

Afhankelijk van welke gebruikersfuncties beperkt zijn, zullen gebruikers worden geverifieerd via het bedieningspaneel van het apparaat of in het stuurprogramma van de printer/LAN-fax.

Belangrijk

  • Deze functie is alleen beschikbaar op het type 2 model.

  • Als printtaken worden beperkt, kunt u alleen verifiëren via het PCL-printerstuurprogramma. Afdrukken via het PostScript 3-printerstuurprogramma is dan onmogelijk.

De tabel hieronder laat de functies zien die beperkt kunnen worden en hoe gebruikers geverifieerd kunnen worden om die functies te gebruiken.

Functie

Verificatiemethode

  • Kopiëren (zowel kleur als zwart-wit)

  • In kleur kopiëren

  • Faxen versturen

  • Scannen naar e-mail/FTP/map

  • Scannen naar USB

Het apparaat vraagt om een gebruikerscode als een gebruiker op de [Start zwart-wit]- of [Start kleur]-knop drukt.

De gebruiker moet een geldige gebruikerscode invoeren op het bedieningspaneel.

  • PictBridge-afdrukken

Het apparaat vraagt om een gebruikerscode als er een digitale camera op de printer wordt aangesloten.

De gebruiker moet een geldige gebruikerscode invoeren op het bedieningspaneel.

  • Afdrukken (zowel kleur als zwart-wit)

  • Kleurenafdrukken

  • Faxen versturen via LAN-fax

De gebruiker moet een geldige gebruikerscode invoeren in het stuurprogramma van de printer of LAN-fax voordat hij/zij een afdrukopdracht kan uitvoeren.

Via het bedieningspaneel verifiëren

1Als het apparaat om een gebruikerscode vraagt, voer deze dan in met de cijfertoetsen.

Als u driemaal een verkeerde gebruikerscode invoert, zal het apparaat piepen en u geen toegang geven.

2Druk op [OK].

Verificatie via het stuurprogramma van de printer of LAN-fax

1Open het bestand dat u wilt afdrukken op uw computer.

2Open de eigenschappen van het printerstuurprogramma.

3Klik op het tabblad [Geldige toegang] (PCL-printerstuurprogramma) of vink het vakje [Gebruikerscode] aan (LAN-fax-stuurprogramma).

4Voer de gebruikerscode in met de cijfers 1-8 en klik vervolgens op [OK].

5Voer de afdrukopdracht uit.

Als er een onjuiste gebruikerscode is ingevoerd, zal de taak onmiddellijk worden geannuleerd (zonder foutmelding).