Dit onderdeel legt uit hoe u papier in het apparaat kunt plaatsen dat langer is dan A4 (297 mm).
![]()
Zorg voor het afdrukken op al het papier behalve enveloppen dat de fuseereenheidshendels achter de voorklep omhoog staan. Als de hendels omlaag blijven, kan dit problemen veroorzaken met de adrukkwaliteit op ander papier dan enveloppen.
Zorg ervoor dat het papier niet hoger wordt gestapeld dan de bovengrensmarkering aan de binnenzijde van de papierlade. Anders kunnen er papierstoringen optreden.
Geef, nadat u het papier in de lade hebt geplaatst, de papiersoort op via het bedieningspaneel om afdrukproblemen te vermijden. Dit apparaat herkent niet automatisch het papierformaat.
Plaats niet verschillende papiersoorten in één en dezelfde lade.
Forceer de zijgeleiders niet. Dat kan de lade beschadigen.
Forceer de eindgeleider niet. Dat kan de lade beschadigen.
Zorg er bij het plaatsen van de lade voor dat deze niet schuin wordt geplaatst. Als deze toch schuin wordt geplaatst, kan dit het apparaat beschadigen.
Verwijder de achterklep met een munt.

Trek lade 1 er voorzichtig met beide handen uit.

Plaats de lade op een vlak oppervlak.
Druk de metalen plaat naar beneden totdat deze op zijn plaats vastklikt.

Maak het verlengstuk in de richting "DUWEN" vast en trek het verlengstuk uit totdat het stopt (u hoort een klik).

Zorg er na het verlengen voor dat de pijlen op het verlengstuk en de lade met elkaar overeenkomen.

Knijp in de klem aan de zijgeleiders en schuif deze tegen het papier aan.


Maak de voorste papiergeleider vast en schuif deze tegen het Legal-papierformaat aan.


Plaats het papier zodanig dat de afdrukzijde naar boven ligt
Zorg dat het papier niet hoger wordt gestapeld dan de bovenste limietmarkering (bovenste lijn) binnen in de lade.

Schuif de geleiders naar binnen totdat ze vlak tegen de zijkant van het papier staan.
Zorg dat het papier niet hoger wordt gestapeld dan de markering op de zijgeleiders.

Controleer of er geen openingen tussen het papier en de papiergeleiders zijn; zowel bij de papiergeleiders aan de zijkant als aan de voorkant.

Als er een opening is tussen het papier en de voorste papiergeleider, zoals in het voorbeeld hieronder, wordt het papier mogelijk niet goed ingevoerd.

Duw lade 1 voorzichtig recht in het apparaat.

Zorg om papierstoringen te voorkomen, dat de lade stevig is geplaatst.
![]()
Om het verlengstuk opnieuw te plaatsen, moet u het met enige kracht erin duwen.
De bovenste limiet verschilt afhankelijk van het soort papier; dun papier of dik papier. Controleer de sticker aan de binnenkant van de lade om de bovengrens te bevestigen.
Het indicatielampje voor overgebleven papier aan de rechter voorkant van de papierlade laat zien hoeveel papier er ongeveer over is.
![]()
Voor details over papiersoorten die door het apparaat ondersteund worden, raadpleeg Papier en andere media
.
Voor details over de papierinstellingen, raadpleeg Het papiertype en -formaat opgeven
.