Dit apparaat is uitgerust met de volgende energiespaarstanden: Energiespaarstand 1 en Energiespaarstand 2. Als het apparaat een bepaalde periode niet gebruikt is, gaat het apparaat automatisch over op de energiespaarstand.
Het apparaat komt uit de energiespaarstand als het een afdruktaak ontvangt, een ontvangen fax afdrukt of als er op de [Kopieerapparaat]-, [Start kleur]- of de [Start zwart-wit]-knop is gedrukt.
Energiespaarstand 1
Als [Energiespaarstandmodus 1] onder [Beh. Toepas.] is ingeschakeld, zal het apparaat overgaan op Energiespaarstand 1 als het apparaat gedurende 30 seconden niet is gebruikt. Als het apparaat in Energiespaarstand 1 is, wordt “Energiespaarstandmodus 1” op het scherm weergegeven. Het kost minder tijd om terug te keren uit Energiespaarstand 1 dan uit de uitgeschakelde status of uit Energiespaarstand 2, maar het stroomverbruik in Energiespaarstand 1 is hoger in dan in Energiespaarstand 2.
Energiespaarstand 2
Als [Energiespaarstandmodus 2] onder [Beh. Toepas.] is ingeschakeld, zal het apparaat overgaan op Energiespaarstand 2 als het apparaat gedurende de ingevoerde periode voor deze instelling niet is gebruikt. Als het apparaat in Energiespaarstand 2 is, zal het scherm uitgeschakeld worden terwijl het indicatielampje Stroom blijft branden. De printer verbruikt in Energiespaarstand 2 minder stroom dan in Energiespaarstand 1, maar het duurt langer om terug te keren uit Energiespaarstand 2.
![]()
Als het apparaat 24 uur achter elkaar in Energiespaarstand 2 staat, zal het apparaat automatisch naar de normale status terugkeren en zelf onderhoud uitvoeren.
![]()
Voor meer informatie over de energiespaarstanden, zie Beheerdersinstellingen
.