Als een document niet kon worden afgedrukt als gevolg van een afdrukfout, spoor dan de oorzaak van de fouten op door het foutenlogbestand op het bedieningspaneel te controleren.
![]()
De 30 meest recente fouten worden in het foutenlogboek opgeslagen. Als er een nieuwe fout wordt toegevoegd en er zijn al 30 fouten opgeslagen, dan wordt de oudste fout verwijderd. Echter, als de oudste fout hoort bij een van de volgende afdruktaken, dan wordt deze niet verwijderd. De fout wordt apart opgeslagen totdat het aantal van deze fouten 30 bereikt. U kunt tevens het foutenlogboek voor elk van deze afdruktaken bekijken.
Testafdruktaken
Beveiligde afdruktaken
Afdruktaken vasthouden
Opgeslagen afdruktaken
Als de hoofdstroomschakelaar wordt uitgeschakeld, wordt ook het logboek verwijderd.
Druk op [Optie].

Selecteer [Foutenlogbestand] met behulp van [
] of [
] en druk vervolgens op de [OK]-knop.

Selecteer een type afdruktaak met behulp van [
] of [
] en druk vervolgens op de [OK]-knop.
Als u [Alle] selecteert worden alle foutenlogboeken weergegeven.

Selecteer de foutenlogbestanden die u wilt controleren met [
] of [
].
Druk na het controleren van het logboekbestand op de [Menu]-knop totdat het beginscherm wordt weergegeven.

![]()
Om de bestanden die in het foutenlogboek worden weergegeven af te drukken, verzendt u deze opnieuw nadat de opgeslagen bestanden zijn afgedrukt of verwijderd.