U kunt printerinstellingen opgeven vanuit een specifieke toepassing.
Hiervoor opent u het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren] in de desbetreffende toepassing. De volgende procedure legt uit hoe u de instellingen voor een specifieke toepassing kunt opgeven met behulp van Windows XP WordPad als voorbeeld.
Klik in het menu [Bestand] op [Afdrukken...].
Selecteer de printer die u wilt gebruiken in de lijst [Printer selecteren].
Klik op [Voorkeursinstellingen].
Maak de noodzakelijke instellingen en klik vervolgens op [OK].
![]()
De procedure voor het openen van het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren] is afhankelijk van de toepassing. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding van de toepassing die u gebruikt.
De instellingen die u tijdens onderstaande procedure opgeeft, zijn alleen geldig voor de huidige toepassing.
Algemene gebruikers kunnen de eigenschappen wijzigen die worden weergegeven in het afdrukdialoogvenster van een toepassing. De instellingen die hier zijn gemaakt worden als standaard gebruikt bij het afdrukken van deze toepassing.
Zie de Help-functie van het printerstuurprogramma voor verdere informatie.