Waarschuwingsmeldingen (in alfabetische volgorde)

Verwijder het vastgelopen papier uit de lade en plaats het papier opnieuw. Als u de fout wilt herstellen, opent u het voorpaneel en sluit u deze vervolgens weer. Voor meer informatie, zie Melding papierstoring (A).

Open het voor- of achterpaneel en verwijder het vastgelopen papier. Voor meer informatie, zie Melding papierstoring (B) (C).

Verwijder het vastgelopen papier uit de lade en plaats het papier opnieuw. Als u de fout wilt herstellen, opent u het voorpaneel en sluit u deze vervolgens weer. Voor meer informatie, zie Melding papierstoring (Y1)(Y2)(Y3)(Y4).

Verwijder het vastgelopen papier uit de lade en plaats het papier opnieuw. Als u de fout wilt herstellen, opent u het voorpaneel en sluit u deze vervolgens weer. Voor meer informatie, zie Melding papierstoring (Y1)(Y2)(Y3)(Y4).

Verwijder het vastgelopen papier uit de lade en plaats het papier opnieuw. Als u de fout wilt herstellen, opent u het voorpaneel en sluit u deze vervolgens weer. Voor meer informatie, zie Melding papierstoring (Y1)(Y2)(Y3)(Y4).

Verwijder het vastgelopen papier uit de lade en plaats het papier opnieuw. Als u de fout wilt herstellen, opent u het voorpaneel en sluit u deze vervolgens weer. Voor meer informatie, zie Melding papierstoring (Y1)(Y2)(Y3)(Y4).

Open het achterpaneel of verwijder lade 1 en open het voorpaneel om vervolgens het papier te verwijderen. Voor meer informatie, zie Melding papierstoring (Z1)(Z2).

Het bijwerken van het @Remote-certificaat is niet gelukt. Neem contact op met uw verkoopvertegenwoordiger.

De proxy-gebruikersnaam of het wachtwoord is onjuist. Controleer de instellingen van de proxyserver en verander het wachtwoord of de gebruikersnaam als deze onjuist zijn.

Het apparaat kan geen IP-adres van de DHCP-server verkrijgen. Neem contact op met de netwerkbeheerder.

De verbinding met de NetWare-afdrukserver is niet beschikbaar.

De verbinding met de NetWare-server is niet beschikbaar. Neem contact op met de netwerkbeheerder.

Controleer of het bestand dat u wilt afdrukken een ondersteund bestandstype is. Controleer op papierstoringen en vraag uw netwerkbeheerder om hulp.

De instelling van het IP-adres is onjuist. Controleer het IP-adres, subnet mask en gateway-adres. Voor meer informatie, zie Ethernetconfiguratie.

Er is geen classificatiecode opgegeven voor de afdruktaak. Voer een classificatiecode in via de printereigenschappen en druk het document nogmaals af.

Zie de Softwarehandleiding voor meer informatie.

Controleer of er een Wireless LAN-kaart is geïnstalleerd.

Controleer of het een kaart is die wordt ondersteund. Is dit het geval, controleer dan of de kaart juist is geïnstalleerd.

Installeer de kaart op de goede manier. Voor meer informatie, zie Interface-eenheden installeren.

Sluit de op het bedieningspaneel aangegeven paneel.

De duplexmodus is uitgeschakeld voor de aangegeven lade. U kunt alleen enkelzijdig afdrukken. Druk op [Wijzigen] om de lade-instellingen te wijzigen en druk op [JobReset] om de taak te resetten, of druk op [Pag.doorv.] om het afdrukken te forceren.

Er is een fout op de ethernetkaart gedetecteerd. Trek de controllerkaart eruit en installeer de kaart opnieuw. Blijft het probleem aanhouden, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.

De printer kan niet met Remote Communication Gate communiceren. Controleer de verbinding met de Remote Server Gate.

De tonerinstelling is op toner van een onafhankelijke leverancier ingesteld. Gebruik de toner die voor deze printer aanbevolen wordt.

Er heeft zich een fout met een IPDS-lettertype voorgedaan. Voer de uitschakelingsprocedure uit en zet vervolgens het apparaat uit. Zet het apparaat weer aan en voer vervolgens de optie [Reset IPDS Lettertypen] uit.

Hetzelfde IPv6-adres bestaat al. Neem contact op met de netwerkbeheerder.

Hetzelfde IPv6-adres bestaat al. Neem contact op met de netwerkbeheerder.

Hetzelfde IPv6-adres bestaat al. Neem contact op met de netwerkbeheerder.

Er is geen papier aanwezig in de aangegeven lade. Plaats het opgegeven papier in de lade en druk op [JobReset] om de taak te resetten.

De printer kan de optionele SDRAM-module niet detecteren. Deze kan onjuist zijn geïnstalleerd.

Controleer of deze juist is geïnstalleerd.

Voor details over installatie van de eenheid, zie De geheugenuitbreidingseenheden installeren.

De uitvoerlades zijn vol. Verwijder het papier.

De zelfdiagnose van de printer is mislukt door een loopback-fout. Vervang de IEEE 1284-kaart die de fout veroorzaakte. Voor meer informatie, zie Interface-eenheden installeren.

De toner is op of de fotogeleidereenheid heeft het einde van zijn gebruiksleven bereikt. Bereid een nieuwe cartridge voor.

Er zijn problemen met het lettertypebestand van de printer.

Neem contact op met uw verkoopvertegenwoordiger.

De printer kan de harde schijf niet detecteren. Deze kan onjuist zijn geïnstalleerd.

Controleer of harde schijf juist is geïnstalleerd of neem contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.

Voor details over installatie van de eenheid, zie De geheugenuitbreidingseenheden installeren.

De printer kan de wireless LAN-kaart niet detecteren. Deze kan onjuist zijn geïnstalleerd.

Controleer of harde schijf juist is geïnstalleerd of neem contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.

Voor details over het installeren van de eenheid, zie Interface-eenheden installeren.

U moet binnenkort de onderhoudskit vervangen. Neem contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger voor een nieuwe onderhoudskit. Voor meer informatie, zie De onderhoudskit vervangen.

De toner is op. Vervang de inktcartridge. Voor meer informatie, zie De printcartridge vervangen.

De tonerafvalfles is vol. Vervang de inktcartridge. Voor meer informatie, zie De printcartridge vervangen.

U moet de onderhoudskit vervangen. Neem contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger voor een nieuwe eenheid. Voor meer informatie, zie De onderhoudskit vervangen.

Sommige onderdelen in de printcartridge hebben het einde van hun levensduur bereikt. Neem contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger voor een nieuwe printcartridge.

De toner is bijna op. Neem contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger voor een nieuwe printcartridge.

De verificatie van de SD-kaart is mislukt. Zet de printer uit en weer aan. Neem contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger als het probleem zich blijft voordoen.

Het kan zijn dat de fuseereenheid niet correct is geïnstalleerd. Schakel de printer uit en installeer de fuseereenheid opnieuw.

Verschijnt deze melding na herinstallatie opnieuw, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.

Zie voor meer informatie de procedure voor het verwijderen van de fuseereenheid in Melding papierstoring (B) (C) of de handleiding met de vervangingsprocedures van eenheden die bij de fuseereenheid geleverd wordt.

De printcartridge is misschien niet correct geplaatst. Schakel de printer uit en plaats de printcartridge opnieuw.

Verschijnt deze melding na herinstallatie opnieuw, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.

Voor meer informatie, zie De printcartridge vervangen.

De automatische bestellingsorder is mislukt. Het bericht geeft de voorraad aan die de printer heeft geprobeerd te bestellen.

De NetBIOS-naam die voor deze printer is opgegeven, wordt al gebruikt door een ander apparaat op het netwerk. Neem contact op met de netwerkbeheerder.

Het IPv4-adres dat voor deze printer is opgegeven, wordt al gebruikt door een ander apparaat op het netwerk. Neem contact op met de netwerkbeheerder.

Dit bericht kan verschijnen wanneer u een taak van de Web Image Monitor afdrukt of verwijdert. Druk op Afsluiten in het meldingenscherm.

De printer heeft een USB-kaartfout ontdekt. Zet de printer uit en weer aan. Blijft het probleem aanhouden, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.

Het IPv6-adres of gateway-adres is ongeldig. Controleer de netwerkinstellingen.

WPA-verificatie kan niet worden voltooid. Neem contact op met de netwerkbeheerder.