Koptekst overslaan
Help
 

De afbeeldingsdichtheid aanpassen

Belangrijk

  • Gemaximaliseerde instellingen kunnen gevlekte afdrukken produceren.

  • Belichtingsinstellingen moeten via het printerstuurprogramma worden opgegeven als dat mogelijk is.

1Druk op de [Menu]-knop.

Illustratie Menu-knop

2Druk op [Pijl-omlaag ] of [Pijl-omhoog ] en selecteer [Onderhoud]. Druk vervolgens op de [OK]-knop.

Schermafbeelding bedieningspaneel

3Druk op [Pijl-omlaag ] of [Pijl-omhoog ] om [Kwaliteitsonderhoud] te selecteren en druk daarna op de [OK]-knop.

Schermafbeelding bedieningspaneel

4Druk op [Pijl-omlaag ] of [Pijl-omhoog ] om [Aanpass. Afb.dichth.] te selecteren en druk vervolgens op de knop [OK].

Schermafbeelding bedieningspaneel

5Druk op [Pijl-omlaag ] of [Pijl-omhoog ] en selecteer de beelddichtheid. Druk vervolgens op [OK].

Schermafbeelding bedieningspaneel

U kunt de afbeeldingsdichtheid instellen met een bereik van -3 tot +3.

6Druk op de [Menu]-knop.

Opmerking

  • Als u de belichting donkerder wilt zetten bij het afdrukken van grote hoeveelheden, raden wij u aan de optie 3 te selecteren met het bedieningspaneel.

  • U kunt de belichting in zeven stappen instellen, van -3 tot +3. Een hoge waarde zorgt voor donkere afdrukken en een lage waarde voor lichte afdrukken.